B1 - paragraaf 4.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdvragen van dit hoofdstuk

Hoe ziet je eigen omgeving er uit?

Wat zijn de kenmerken van huizen en buurten?

Beschrijf je huis. Hoe ziet het er uit?

Beschrijf de buurt waar je woont. Hoe ziet het er uit?

Inrichting

Het gebruik van ruimte voor wonen, werken, verkeer en recreatie.

= ingericht landschap

= ruimtegebruik

Wijken en buurten

• Je 'eigen omgeving' is het gebied rond je eigen huis waar je bijna dagelijks komt.
• Een wijk is een deel van een dorp of een stad.
• Een wijk bestaat vaak uit meerdere buurten (aantal straten). 

goedkope woning

dure woning

'Inrichting'

Wat betekent dat?

> Hoe de ruimte in een gebied wordt gebruikt. Bv. om te wonen, te werken, te sporten enz.

Hoe wordt dit gebied gebruikt? >

De inrichting verschilt van wijk tot wijk en van buurt tot buurt.

Sommige buurten hebben vooral veel woningen, andere hebben vooral veel voorzieningen.

Iets waar bewoners van een wijk gebruik van kunnen maken, zoals een winkel of school.

Vandaag:

> Welke soorten woningkenmerken zijn er?

- Wat is de betekenis van 'je eigen omgeving'?

- Welke soorten ruimtegebruik zijn er in een (woon)wijk?

- Welke kenmerken hebben woningen?

Dorp

Stad

Over je eigen omgeving: waar woon jij?

In een dorp

In een stad

Check up: 

ken je deze woorden?

Gewoon proberen, fouten maken mag! :)

Eigen omgeving

Gebied

Wijk

Buurt

Voorzieningen

Gebied rond jouw huis

Een groot of klein stuk van het aardoppervlak

Deel van een dorp of stad

Deel van een wijk

Diensten die iedereen gebruikt

Voorzieningen

• Een wijk heeft naast huizen ook voorzieningen: 'iets waar bewoners van een wijk gebruik van kunnen maken, zoals een winkel, school, bibliotheek, dokterspraktijk, park of speelveldje'.
• Kenmerk: alle bewoners van een wijk kunnen er gebruik van maken.

Bedenk een ander voorbeeld van een voorziening die jij gebruikt.

Wat zijn voorbeelden van voorzieningen?

Je moet de verschillen kennen tussen woningen.

meergezinswoningen

eengezinswoning

Verschil eengezinswoning en meergezinswoning?

• Eengezinswoning: woningen die bestemd zijn voor één gezin. Je kunt er ook alleen of met z'n tweeeën wonen. 
  Voorbeeld: vrijstaand huis, 2-onder-1-kap, rijtjeshuis.
• Meergezinswoning: Meerdere gezinnen wonen in hetzelfde gebouw.
  Voorbeeld: flat, appartement.

hoogbouw

laagbouw

koopwoning

huurwoning

Kenmerken van woningen

Is jouw huis...

• een één of meergezinswoning?
• laagbouw of hoogbouw?
• huur of koop?
• duur of goedkoop?

Woon jij in een eengezinswoning, of een meergezinswoning?

Eengezins

Meergezins

Anders

This is a

1. Eengezinswoning
2. Meergezinswoning
3. Hoogbouw
4. Laagbouw

1. Eengezinswoning
2. Meergezinswoningen
3. Hoogbouw
4. Laagbouw

• Rood = Centrumzone (Bisonspoor, met winkelcentra)

• Paars = Industrieterrein

• Groen = Groenvoorziening en recreatiegebied

• Oranje = Kleine winkelvoorzieningen

• Geel = (Middelbare) school

• Blauw omlijnd = Alle 14 woonwijken

Huiswerk

Maak van paragraaf 4.1  opdracht 1 t/m 6  af

blz 61 + 62 + 63 in werkboek A