Taalvariatie

Taalvariatie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Taalvariatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Taalvormen
*Standaardtaal: Algemeen Nederlands/Standaard Nederlands
*Varianten op de standaardtaal: dialecten (gekenmerkt door accenten)
Sociolinguïstiek: wetenschap die de taalvariatie bestudeert/onderzoekt

Slide 3 - Tekstslide

Bepalende factoren:
*Sociale factoren
*Situationele factoren
*Linguïstische factoren

Slide 4 - Tekstslide

Sociale factoren
*regio
*sociaal-economische klasse
*etnische groep
*leeftijd
*sekse

Slide 5 - Tekstslide

Situationele factoren
Gesprekssituatie:
*informeel - formeel: de situatie bepaalt het taalgebruik van de spreker: stijl
*taalgebruik dat bij een specifieke situatie en groep sprekers hoort: register

Slide 6 - Tekstslide

Linguïstische factoren
De linguïstische context heeft invloed op bijvoorbeeld het wel/niet weglaten van slotletters, meestal na een l/n:
speel - speelt, verwen - verwent

Slide 7 - Tekstslide

Linguïstische niveaus:

1.Fonologische variatie (bv.: proaten - praten)
2.Syntactische variatie (bv.: Zij zullen het geven moeten - Zij zullen het moeten geven)
3.Morfologische variatie (bv.: Zij heeft het boek gelezen - Zij heb het boek gelezen)
4.Lexicale variatie (bv.: verschillende woorden voor spuwen: spugen, kwatten, tuffen)
5.Semantische variatie (bv.: betekenis kreuken in het Fries: kreuken EN netjes opvouwen)
6.Pragmatische variatie (bv.:  telefoon opnemen met : "Ja?"of met: "U spreekt met Carmen Wegereef." )

Slide 8 - Tekstslide

Sociale betekenis
De variëteiten van een taal hebben een bepaalde sociale betekenis doordat ze verbonden worden met bepaalde groepen.
*hypercorrectie kan ontstaan
*taalattitudes zijn verschillend:
- niet-standaardvormen hebben (veel) minder status
- niet standaard vormen hebben vaak wel een verborgen prestige

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Verwerkingsopdracht (1): 
Welke linguïstische niveaus herken je in de video: 
https://www.tubantia.nl/video/productie/hoe-ver-kom-je-in-duitsland-met-de-twentse-taal-67820?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Slide 11 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht (2):
Welke dialecten ken je in je eigen taal (moedertaal)?

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
Welke linguïstische niveaus ken je:

Slide 13 - Open vraag


Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll