JCL lesbrief kopen en werken les 15

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma


bespreken 3.1 tm 3.29 
Uitleg soorten leningen
Opgaven maken 3.30 tm 3.35
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je weet wat hypothecaire lening is
... je weet wat consumptief krediet is
... je kunt uitleggen wat het BKR doet
.. je weet wat een doorlopend krediet is
...je weet wat een studieschuld is

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hypotheek
Hypothecaire lening (of hypotheek): lening voor de aankoop van een huis.
Het huis dient als onderpand. Als je de rente en aflossing niet kunt betalen, mag de bank het onderpand verkopen. Blijft er gedwongen verkoop een restschuld over, dan moet je die ook nog betalen

Lage rente: vanwege het onderpand loopt de bank minder risico 
dan bij een lening zonder onderpand. Daarom is de rente lager 
dan bij een andere lening.

Lange looptijd: de looptijd van een hypotheek is vaak wel 30 jaar.

Slide 6 - Tekstslide

Eisen aan leningverstrekkers
Wet financieel toezicht -> 
inkomens- en lastentoets=> bij leningen van meer dan €250 verplicht informatie vragen over hoogte inkomen en vaste lasten van mensen
informatie opvragen bij BKR-> Bureau Krediet Registratie te Tiel

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Persoonlijk krediet
Persoonlijk krediet: geldlening voor een duurzaam consumptiegoed (bijvoorbeeld auto, meubels, computer) afgesloten bij de bank. Ook wel Persoonlijke lening/ consumptief krediet


Risico bij kredieten voor consumptiegoederen: de aflostermijn> levensduur consumptiegoed
één vast bedrag per maand, de annuïteit, aflossing en rente vormen één gelijkblijvend bedrag

Een consumptief krediet kun je krijgen bij winkels en internetbedrijven. Zij geven je dan de mogelijkheid je aankoop in termijnen af te betalen. Je noemt dat een koop op afbetaling.


Je krijgt krediet van de leverancier (verkoper).
De kredietkosten zijn bij koop op afbetaling vaak hoog.

Slide 10 - Tekstslide

maken opdracht 3.30
klaar? maken opdracht 3.31 en 3.32
timer
3:00

Slide 11 - Tekstslide

Doorlopend krediet
doorlopend krediet: Een (bank)rekening waarmee tot een bepaald maximum mag worden geleend.

Als vergoeding voor dit doorlopende krediet wordt rente betaald. 
Een persoonlijke lening waarbij niet is afgesproken dat de lening voor een bepaalde datum moet worden afgelost.

 Ook wel 'rood staan' genoemd
NB rood staan = een negatief saldo op je betaalrekening.
hoger rentepercentage (tot wel 10%!)

Slide 12 - Tekstslide

Studieschuld
studieschuld: lening bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor studie.............

Gemiddelde studieschuld bedraagt €25.000
elke 5 jaar renteaanpassing 
75% van de studenten heeft een lening bij DUO

gemakkelijk te verhogen en verlagen 
studenten kennen voorwaarden en regels onvoldoende 

Geen BKR-registratie van studieschuld, echter wel meegenomen in hoogte hypotheek lening

Slide 13 - Tekstslide

maak in groepjes van 4 
3.35 a en b 

Slide 14 - Tekstslide

Zelf aan de slag!   
Iedereen:
Lezen: paragraaf 3.3 soorten leningen
Maken: de vragen 3.30 tm 3.35

Versnellers:
Hoe zou je rente kunnen berekenen over  3 maanden?
Klaar?:
nakijken 3.20 tm 3.30
rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je weet wat hypothecaire lening is
... je weet wat consumptief krediet is
... je kunt uitleggen wat het BKR doet
.. je weet wat een doorlopend krediet is
...je weet wat een studieschuld is

Slide 16 - Tekstslide

€ 50.000 lenen, 6% rente per jaar.
Aflossing hele bedrag na 20 jaar.
Wat is de rente per jaar
A
€ 3.000
B
€ 50.000
C
€ 30.000
D
€ 5.000

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je het terugbetalen van geleend geld?
A
rente
B
krediet
C
aflossen

Slide 18 - Quizvraag

Juist of Onjuist
Als je minderjarig bent, mag je geld bij de bank lenen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

De ouders van Huseyin willen een nieuwe keuken. Omdat ze niet genoeg spaargeld hebben, lenen ze bij de bank € 6.000. Ze spreken af dat ze het geld in 36 maanden terugbetalen.
Bereken welk bedrag ze in totaal moeten terugbetalen.

Slide 20 - Open vraag

Mustafa is aan het sparen voor een scooter. Hij zet al het geld dat hij kan missen op een spaarrekening bij de bank, zodat het geld sneller aangroeit.
Welke twee redenen van sparen heeft Hakim?
A
sparen uit voorzorg en sparen voor een doel
B
Sparen voor de rente en sparen voor een doel
C
Sparen voor de rente en sparen uit voorzorg

Slide 21 - Quizvraag

Wat is rente? (lenen)
A
Een vergoeding omdat je geld van de bank leent
B
Een extra lening
C
Meer geld dat je ter beschikking hebt
D
Een bedrag dat je moet aflossen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor lenen.
A
krediet
B
reserveren
C
sparen

Slide 23 - Quizvraag

Juist of onjuist.
Het maandbedrag bij een lening bestaat uit rente en aflossing.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Huiswerk: 
volgende les
doornemen paragraaf 3.3
maken opdracht 3.30 tot en met 3.35
Pak je agenda!!

Slide 25 - Tekstslide