Week 38 les 3 Taalverzorging les 5

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Terugblik; persoonsvorm en onderwerp
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Nakijken
  • Evaluatie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Terugblik; persoonsvorm en onderwerp
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Nakijken
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

10 min. Zs

Lezen

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt samenstellingen maken door 'soms' gebruik te maken van tussenletter(s)
  • Je kent de regels als het gaat om de tussenletter(s)

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de verschillen?

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg

Samenstelling zijn twee woorden die SAMEN één woord worden



vb. bureau + tafel = bureautafel

boeken + plank = boekenplank

Slide 5 - Tekstslide

Tussenletter -en-

Het eerste woord heeft alleen een meervoud op -en.

Krant  = kranten  -> krantenbezorger

Kip      =  kippen   -> kippensoep

Slide 6 - Tekstslide

Tussenletter -e-
  • Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is

vb. Zon = zonnestelsel, Koningin = Koninginnedag


  • Het eerste woord is versterkend

vb. Apetrots = heel trots, beresterk = heel sterk


  • Het eerste woord heeft een mv op -en en op -s

vb. Groente = groentes & groenten -> groentesoep

Slide 7 - Tekstslide

Tussenletter -s-

Deze kun je vaak horen

vb. Meningsverschil, jongensbroek



Slide 8 - Tekstslide

Opdrachten

Basis                                                                                             Kader

Hfd. 2 opdr. 2+3+4+7 (blz. 104)                                         Hfd. 3 opdr. 2+3+4+6 (blz. 104)


Klaar:

Lezen


timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie
  • Je kunt samenstellingen maken door 'soms' gebruik te maken van tussenletter(s)
  • Je kent de regels als het gaat om de tussenletter(s)

Hoe ging het?
Waar loop je tegenaan?
Heb je extra hulp nodig?
Wat ging goed?

Slide 11 - Tekstslide