2.1 Elektrische stroom

  • Binnen = beginnen
  • Ga rustige op je plek zitten.
  • Telefoon uit en in de telefoontas
  • Lees je Nova:
- KB3 boek blz. 30 t/m 33.
- BB3 boek blz. 188 t/m 192.
  • Zoek de betekenis van de blauw woorden en noteer ze in je schrift. 
  • Stil, 5 min
     

H2.1 Elektrische stroom
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Binnen = beginnen
  • Ga rustige op je plek zitten.
  • Telefoon uit en in de telefoontas
  • Lees je Nova:
- KB3 boek blz. 30 t/m 33.
- BB3 boek blz. 188 t/m 192.
  • Zoek de betekenis van de blauw woorden en noteer ze in je schrift. 
  • Stil, 5 min
     

H2.1 Elektrische stroom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
KB 3
  • H2 Elektriciteit starten
  • H2.1 Elektrische stroom uitelg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

BB 3
  • H4 Elektriciteit starten
  • H4.1 Spanning en  stroomstrekte uitelg / lessonup 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt het begrip stroomkring uitleggen aan de hand van het stromen van water in een cv-installatie.
  • Je kunt benoemen op welke plaats in een schakeling een stroommeter geplaatst moet worden.
  • Je kunt de stroomsterkte in een serieschakeling en parallelschakeling berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

open / gesloten stroomkring
een gesloten stroomkring is een stroomkring die allen bestaat uit geleidende materialen, de stroom kan hier rond stromen waardoor apparaten functioneren.

een open stroomkring is een stroomkring die op 1 of meerdere plaatsen onderbroken wordt door een materiaal dat de stroom isoleert, daardoor zullen apparaten niet functioneren

Slide 7 - Tekstslide

Elektrische stroomkring
  • Elektriciteit stroomt uitsluitend in  
        een gesloten kring, de stroomkring. 
  • Een stroomkring bestaat minimaal uit: 
       - Een spanningsbron, 
       - Een elektrisch apparaat en 
       - Aansluitdraden (koper) 
Uitschakelen: Als je de stroomkring ergens onderbreekt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Stroomterkte
  • Stroomsterkte: de grootte van de  
        stroom in de stroomkring. 
  • De stroomsterkte is overal in de  
        serie kring evengroot. 
Je kan zeggen een klant betaal een energiebedrijf voor het pompen van energie. Ze maken niet zelf stroom. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

spanningsbronnen serieschakelen
Wanneer je batterijen serie schakelt (plus kant van een batterij aan de minkant van de volgende batterij) dan mag je de waarde van de batterijen optellen.
1,5V
1,5V
1,5V
1,5V
= 6,0V

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  •  Wat: lees je Nova boek blz. 30 t/m 33 en maak opgaven 1 t/m 8 van H 2.1 op blz. 50 t/m 51.
  • Hoe: helemaal stil!
  • Hulp: docent
  • Tijd: 20 minuten lang
  • Huiswerk: opdrachten 9 t/m 17 van paragraaf H 2.1 op blz. 50 en 54.
  • Klaar?: ga bezig met H2.2 Elektriciteit in huis. 
timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

kies uit: serie/parallel

De kerstboomverlichting van maaike is kapot. Alle lampjes van het snoer gingen tegelijk uit. hoe zijn de lampjes geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 19 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

Hoe moet je een ampèremeter aansluiten?
A
serie
B
parallel

Slide 20 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

Hoe staan de TV en computer geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 21 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Dit is het pictogram voor een...
A
zekering
B
weerstand
C
spanningsmeter
D
stroommeter

Slide 22 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Dit is het pictogram voor een...
A
batterij
B
stopcontact
C
spanningsmeter
D
motor

Slide 23 - Quizvraag

De grootheid van spanning kort je af met ?
A
U
B
I
C
V
D
A

Slide 24 - Quizvraag

De eenheid van stroom kort je af met ?
A
U
B
I
C
V
D
A

Slide 25 - Quizvraag

De eenheid van energie is
A
kilowatt
B
kilowattuur
C
kilowatt/uur
D
geen van de bovenstaande

Slide 26 - Quizvraag

Check
  •  Leg uit wat elektriciteit is.  
  •  Leg uit wat stroomstrekte is.  
  •  Teken eenvoudige schakelschemas (serie/ parallel).  

Slide 27 - Tekstslide