LE5 Uithoudingsvermogen

Uithoudingsvermogen
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
TrainingskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Uithoudingsvermogen

Slide 1 - Tekstslide

Uithoudingsvermogen is de weerstand die je kunt bieden tegen optredende vermoeidheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Wat is uithoudingsvermogen?

Slide 3 - Tekstslide

VO2-max
De maximale hoeveelheid zuurstof die je per minuut kan opnemen.

Slide 4 - Tekstslide

UHV bestaat uit capaciteit en vermogen. Wat wordt er verstaan onder de capaciteit?

Slide 5 - Open vraag

Wat wordt er verstaan onder vermogen?

Slide 6 - Open vraag

Capaciteit

Capaciteit voor uithoudingsvermogen is de totale voorraad energierijke stoffen.


Vermogen

Vermogen voor uithoudingsvermogen is de energie die per tijdseenheid uit de capaciteit kan worden vrijgemaakt.

Slide 7 - Tekstslide

Waarbij moet je opletten als je uithoudingsvermogen gaat trainen?

A
Hoe laat je elke keer gaat trainen
B
Wat voor weer het is, type ondergrond
C
Getraindheid, Leeftijd, type sport

Slide 8 - Quizvraag

Met welke tests kun je uithoudingsvermogen meten?
A
Astrand- Test
B
Shuttle Sprint Test
C
50X plate-tapping
D
Shuttleruntest

Slide 9 - Quizvraag

het trainingseffect van algemeen uithoudingsvermogen is voornamelijk:
A
op spierniveau
B
cardio-pulmonaal
C
neuro-musculair
D
metabolisch

Slide 10 - Quizvraag

Welke gezondheidseffecten kunnen optreden bij het trainen van uithoudingsvermogen?
A
snellere hartslag, meer spieren, meer longinhoud
B
Meer longinhoud, afname vetpercentage, lager LDL-cholesterol
C
meer rode bloedcellen, hoger LDL-cholesterol, afname vetpercentage
D
groter hart, hogere bloeddruk, minder bloedvaten

Slide 11 - Quizvraag

Een goed uithoudingsvermogen heeft invloed op je herstel na de fysieke inspanning.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Energiesystemen
  • Anaeroob a lactisch - zonder zuurstof + zonder lactaat
  • Anaeroob  lactisch - zonder zuurstof +  melkzuur
  • Aeroob - met zuurstof zonder lactaat

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekend lactaat?
A
Zuurstofopname
B
inspanning
C
Trainingsvorm
D
Melkzuur

Slide 14 - Quizvraag

Energiesystemen

Slide 15 - Tekstslide

De 200 meter sprint wordt gelopen in 19.19 seconde. Deze inspanning is gelopen in het......
A
Anaeroob - lactisch systeem
B
Anaerobe - a-lactisch systeem
C
Aerobe systeem

Slide 16 - Quizvraag

1

Slide 17 - Video

00:55
In welk energiesysteem vind deze inspanning plaats?
A
Anaeroob- lactisch
B
Anaeroob - a-lactisch
C
Aeroob

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van anaeroob lactisch uithoudingsvermogen
A
Marathon hardlopen
B
100m sprint
C
200m sprint
D
400m sprint

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de overeenkomst tussen zwemmers van de 200 meter vrije slag, lopers van de 800 meter en schaatsers van
de 1500 meter?
timer
2:00

Slide 20 - Open vraag

200 meter vrije slag, 1500 meter schaatsen en 800 meter lopen hebben overeenkomstige eindtijden van circa 1 min 50 seconden. Daarbij is de snelheid relatief hoog en vindt een grote productie van lactaat plaats. Ze vereisen daardoor een hoog anaeroob lactisch uithoudingsvermogen.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een training die specifiek het anaeroob lactische uithoudingsvermogen stimuleert?
A
extensieve interval
B
intensieve interval

Slide 22 - Quizvraag

Katrien is een jogger. Ze deed dit aanvankelijk voor de lijn, maar na enkele recreatieve loopwedstrijdjes heeft ze de smaak te pakken. ‘Zou ik jouw trainingsschema mogen hebben?’ vraagt ze aan een
wedstrijdloopster. ‘Dan kan ik net zo hard gaan lopen als jij.’
Leidt het imiteren van trainingsschema’s tot succes?
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

Het klakkeloos imiteren van trainingsschema's doet onrecht aan een belangrijk uitgangspunt van trainen.
 
- aansluiten op de beginsituatie van de sporter.
- anders overbelasting of blessures.

Slide 24 - Tekstslide

UHV is ook voor je gezondheid van belang. Je traint dus niet alleen het UHV. Welke gezondheidsvoordelen levert het trainen van je UHV, in combinatie met de juiste lifestyle, op de langere termijn op?
Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
Gewicht verlies door het vetpercentage te verlagen
B
toename van het aantal witte bloedcellen
C
verlaging van de bloeddruk
D
meer bloedplasma

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Welke twee interval vormen zijn er?

Slide 28 - Open vraag

Intensieve interval

Slide 29 - Tekstslide

Effecten intensieve interval

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht: Maak een intensieve intervaltraining 
in 2-tallen voor handbal en voetbal. 

Slide 31 - Tekstslide

Capaciteitstraining

Slide 32 - Tekstslide

Vermogenstraining

Slide 33 - Tekstslide

Energiesystemen

Slide 34 - Tekstslide

Extensieve interval

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Effecten extensieve interval

Slide 37 - Tekstslide

HIDROS
H: Herhalingen
I: Intensiteit
D: Duur
R: Rust
O: Omvang
S: Series

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Interval
H: 4
I: 100% 
D: 400m (65 sec /62 sec)
R: 200m (45 sec)
O: 13 minuut en 40 seconde
S: 2

Slide 40 - Tekstslide

Antwoorden vragen

Slide 41 - Tekstslide