Melodie en ritme klas 1

Blok 3 Flat
Begin met het maken van  de woordwebs, wat weet je nog van de video 's melodie en ritme die je hebt gezien.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 3 Flat
Begin met het maken van  de woordwebs, wat weet je nog van de video 's melodie en ritme die je hebt gezien.

Slide 1 - Tekstslide

Ritme

Slide 2 - Woordweb

Melodie

Slide 3 - Woordweb

Ritme
Ritme heeft te maken met lang en kort. Je noemt dat toonduur.
Hoe lang een noot duurt.
We gebruiken daar tellen voor namelijk 0,5 tellen, 1 tel, 
2 tellen of 4 tellen. 

Slide 4 - Tekstslide

Muziekschrift bestaat uit
noten
 Een noot bestaat uit een bolletje met een stokje. Om duidelijk te maken hoe lang ze duren hebben we de bolletje en stok veranderd. 
Soms is er geen stok alleen het bolletje, soms zit er een vlaggetje aan de stok.

Slide 5 - Tekstslide

zo zien de noten eruit.
soms zie je 2 achtste noten aan elkaar verbonden

Slide 6 - Tekstslide

hoe lang duren ze?
De hele noot duurt 4 tellen
De halve noot 2 tellen
De kwart noot 1 tel
De achtste noot 0,5 tel
2  x achtste noot samen duren 1 tel 

Slide 7 - Tekstslide

melodie
Een melodie heeft te maken met noten die hoog of laag zijn. Oftewel toonhoogte. Hoe hoog of hoe laag de noten zijn geven we aan met een letter. Weet je nog welke letters je al hebt gebruikt?

Slide 8 - Tekstslide

Notenbalk
De noten  staan op 5 lijnen die we de notenbalk noemen. Aan het begin van de notenbalk staat altijd een sleutel. Door deze sleutel weten we de naam van de noten. Wij hebben alleen te maken met de G sleutel. Die geeft de plaats van de G aan. De G staat op het 2de lijntje van onderen. Als je de G weet weet je de rest van de noten ook.

Slide 9 - Tekstslide

notennamen
We gebruiken voor de notennamen de letters A t/m G.
Soms heb je niet genoeg aan de 5 lijntjes van de notenbalk en gebruik je een hulp lijntje zoals hier voor de eerste noot.

Slide 10 - Tekstslide

De quiz
Bekijk de vorige slides nog eens goed en maak daarna  de quiz

Slide 11 - Tekstslide

Welke notenwaarde zie je hier?
A
Kwart noten
B
Halve noten
C
Hele noten
D
Achtste noten

Slide 12 - Quizvraag

Welke letters gebruik je voor de notennamen?
A
Het hele alfabet
B
De letters, C, D, E, F , G, H en I.
C
Het alfabet A t/m de letter G
D
Je gebruikt de cijfers 1 t/m 7

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
A
vlagnoot
B
zestiende noot
C
achtste noot
D
kwart noot

Slide 14 - Quizvraag

Welke notenwaarde zie je hier?
A
Kwart noten
B
Hele en halve noten
C
Kwart noot en achtste noten
D
Kwart achtste en halve noten

Slide 15 - Quizvraag

Welke 4 letters horen hierbij?
A
e, b, a, d
B
e, a, g, c
C
e, a, g, d
D
e, b, a, c

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet de laatste noot? (Notenwaarde)
A
Hele noot
B
Halve noot
C
Kwart noot
D
Achtste noot

Slide 17 - Quizvraag

Welke notennamen (letters) horen hierbij.
?
A
A,B
B
G, C
C
F, A
D
F, C

Slide 18 - Quizvraag

Welke vier letters horen hierbij?
bijvoorbeeld: a, b, c ,d

Slide 19 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
Notenwaarde.
A
Hele noot
B
Halve noot
C
Kwartnoot
D
Achtste noot

Slide 20 - Quizvraag

Welke notennamen horen hier bij(letters)
A
A,B,C,D
B
G,A,B,C
C
E,F,G,A
D
C,D,E,F

Slide 21 - Quizvraag

Hoe lang duurt een kwartnoot

Slide 22 - Open vraag


Welke notennamen (Letter) hoort er bij deze noot?
A
g
B
b
C
a
D
c

Slide 23 - Quizvraag

welke notenwaarde zie je hier?

Slide 24 - Open vraag

Hoe lang duurt deze noot?
A
2 tellen
B
1 tel
C
0.5 tel
D
4 tellen

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn de namen van deze noten. Noteer de letters.
Voorbeeld: a, b, c, d

Slide 26 - Open vraag

Hoe heet de noot die net onder de G staat? ( notennamen = letters)
A
e
B
f
C
h
D
a

Slide 27 - Quizvraag

De noot b staat:
A
Tussen het 2e en 3e lijntje
B
Door het 2e lijntje
C
Tussen het 1e en 2e lijntje
D
Door het 3e lijntje

Slide 28 - Quizvraag

Ritme
Melodie
D
F
G
C
Hele noot
Achtste noot
halve
noot
Kwartnoot

Slide 29 - Sleepvraag