les 1 activiteiten

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

activiteit 
individuele activiteiten: met één cliënt
Voordeel: aandacht voor de cliënt


groepsactiviteiten: met een groep Voordeel: elkaar stimuleren

Wat is een nadeel van een groepsactiviteit?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 1 nadeel van een groepsactiviteit

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

sportieve activiteit 


Bewegen: onderhouden conditie, soepel houden lichaam, gezond gewicht
Samenwerken en leren om tegen je verlies te kunnen


Welke sportieve activiteiten zijn er in Nebo? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 1 sportieve activiteit voor kinderen

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

bij recreatieve activiteiten 
staat de ONTSPANNING centraal


Noem een individuele recreatieve activiteit en
 een recreatieve groepsactiviteit 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale activiteiten
ook gericht op ontspanning maar vooral gericht
op CONTACT met anderen

Noem eens een sociale activiteit voor
* tieners
* ouderen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke sociale activiteit kan je uitvoeren met ouderen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

creatief

expressief

sport en spel

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een activiteit kiest stel je eerst het doel vast, welke vraag heeft met het doel te maken?
A
wat wil je met de activiteiten bereiken?
B
Hoe moet je de activiteiten uitvoeren?
C
welke materialen heb je nodig?

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat moet je doen voordat je het doel bepaalt?
A
verschillende activiteiten uitzoeken
B
evalueren met de client
C
de beginsituatie bepalen

Slide 11 - Quizvraag

wat kan de cliënt, wat vindt hij/zij leuk (interesses), wat kan er geregeld worden (mogelijkheden)
Wat is het doel van een sociale activiteit?
A
Contact tussen mensen en contact tussen de helpende en de client
B
Bewegen
C
Plezier maken
D
Elkaar beter leren kennen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Recreatieve activiteiten
A
Activiteiten die je moet doen
B
Activiteiten alleen voor kinderen
C
Activiteiten die je alleen op school doet.
D
Activiteiten die je voor je plezier doet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een recreatieve activiteit
A
zwemmen, iets waar je ontspant
B
geheugen trainen
C
iets waar je van leert
D
heeft met sport te maken

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkeling 
Het stimuleren van de ontwikkeling kun je verdelen in:
  • motorische ontwikkeling
  • verstandelijke of cognitieve ontwikkeling
  • sociale ontwikkeling.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een activiteit zorgt ervoor dat iemand iets ervaart. Je voelt, ruikt, proeft, hoort of ziet iets.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het geheugen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

cognitieve activiteiten
gericht op de verstandelijke ontwikkeling 

Opdoen -> verwerken -> opslaan -> toepassen van kennis
=> leerproces.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke activiteit hoort bij de cognitieve ontwikkeling?
A
Kruiswoordpuzzels
B
Hardlopen
C
Knutselen
D
Muziek maken

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van 'ontwikkelingsgerichte activiteiten'?
A
Activiteiten die de cliënt gelegenheid geven cognitieve, motorische en sociaal-emotionele vaardigheden te oefenen
B
Activiteiten die de cliënt ondersteunen bij de ontwikkeling van zelfredzaamheid en de sociale omgang met anderen
C
Activiteiten die er op gericht zijn de ontwikkeling van de zelfstandigheid in gang te zetten of te onderhouden
D
Activiteiten die de ontwikkeling van vaardigheden op verschillende gebieden bevorderen en stimuleren

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je speelt met 1 kind een geur en smaak memory. Je hebt bekertjes neergezet met knoflook, limonade, zout etc. het kind mag ruiken en proeven.

Op welk gebied ben je NIET bezig?
A
emotionele ontwikkeling
B
lichamelijke ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
cognitieve ontwikkeling

Slide 23 - Quizvraag

emotioneel: herken gevoel: bah zout
cognitief: benoemen, herkennen
lichamelijk: proeven ruiken

sociaal: deze activiteit is individueel. 
Het doel van sociale activiteiten is:
A
contacten bevorderen
B
mensen laten ontspannen
C
mensen in beweging krijgen
D
mensen iets leren

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het stellen van een doel voor je activiteit houd je rekening met...
A
wat iemand leuk vindt
B
wat iemand kan
C
waar de uitdagingen liggen
D
zonder doel beginnen is prima

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een doel zijn voor een activiteit?
A
De cliënt leert andere mensen kennen
B
De cliënt beleeft plezier
C
De cliënt leert iets nieuws
D
De groepswerker heeft even tijd om op kantoor te werken

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent motoriek?
A
Kruipen
B
Bewegingen van het lichaam
C
Staan
D
Arm bewegingen maken

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de fijne motoriek?
A
Kleine bewegingen met bijvoorbeeld je handen
B
Grote bewegingen met de armen en benen
C
Scooters
D
Vriendelijk met elkaar omgaan

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een …………. motoriek
A
Grove
B
Fijne

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een sociale activiteit?
A
een activiteit buiten
B
een knutselactiviteit
C
een activiteit waarin er onderling contact met elkaar wordt gemaakt
D
een activiteit waarin er altijd 1 winnaar is

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies