In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.2
Integratie en de politiek
Slide 1 - Tekstslide
vandaag
- Begrippen vorige les
- Maken opdrachten 4.1
- Uitleg 4.2 + opdracht
Slide 2 - Tekstslide
Maken:
Blz 41 opdracht 1/2/3
blz 44 opdracht 9/10/11
Slide 3 - Tekstslide
4.2
-Je weet wat de 4 belangrijkste politieke stromingen in Nederland zijn en welke partijen daarbij horen.
-Je kunt vertellen hoe de verschillende politieke stromingen denken over hoe samenleven in een pluriforme samenleving er uit moet zien.
Slide 4 - Tekstslide
Meningen in de politiek
In Nederland zijn er verschillende meningen over integratie.
Ze zijn grofweg hierin onder te verdelen:
- Sociaaldemocraten
- Christendemocraten
- Liberalen
- Populisten
Slide 5 - Tekstslide
sociaaldemocraten
Uitgangspunt: samenleving zonder armoede, waarbij iedereen gelijke kansen heeft.
Wie is actief? De overheid
Wat betekent dit? Nieuwkomers helpen met de taal en het vinden van werk.
Partijen: PvdA-groenlinks en de SP
Slide 6 - Tekstslide
Liberalen
Uitgangspunten: Burgers vrij laten. Ze zijn zelf verantwoordelijk.
Wie is actief? Burgers zelf, overheid bemoeit zich er niet mee.
Wat betekent dit? Nieuwkomers moeten zelf zorgen dat ze de taal leren en aan werk komen. Tegelijkertijd moet je afkomst geen invloed hebben op je positie in de samenleving.
Partijen: VVD en d'66
Slide 7 - Tekstslide
Christendemocraten
Uitgangspunt: normen en waarden van de bijbel
Wie is actief? Burgers, als het niet lukt helpt de overheid
Wat betekent dit? Leven volgens de Nederlandse, christelijke waarden en normen. Geen andere feestdagen.
Partijen: CDA, Christen Unie, SGP
Slide 8 - Tekstslide
Populisten
Uitgangspunt: Gaan uit van wat het volk wil. Willen eigenlijk geen pluriforme samenleving.
Wat betekent dit? Vinden de Islam een bedreiging voor de Nederlandse cultuur. Geen nieuwe moskeeën en islamitische scholen.
Nieuwkomers moeten zich aan Nederland aanpassen, niet andersom.
Partijen: PVV, BBB en (Forum voor Democratie)
Slide 9 - Tekstslide
Tweedeling in Europa
Protectionisten:
Angst voor verlies eigen dominante cultuur.
Willen immigratie stoppen, geen vluchtelingen opnemen.
Beschermen eigen land. Willen eigenlijk niet in EU.
Immigratie hoort bij deze wereld en is niet te stoppen.
Het is belangrijk om als Europese landen samen te werken
om een rol in de wereld te kunnen spelen.
Merkel: 2:10
Slide 10 - Tekstslide
Maken:
blz 47 opdracht 16
+
samenvatting onderste deel.
Slide 11 - Tekstslide
Quiz
Slide 12 - Tekstslide
PVV
GroenLinks
Protectionisten
Internationalisten
Slide 13 - Sleepvraag
assimilatie is
A
een cultuur gedeeltelijk overnemen
B
een nieuwe cultuur geheel overnemen
C
assimilatie bestaat niet
D
je afscheiden
Slide 14 - Quizvraag
Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen.
B
hun eigen cultuur opgeven.
C
hun wetten aan nieuwkomers aanpassen.
D
andere culturen accepteren.
Slide 15 - Quizvraag
Integratie betekent dat nieuwkomers:
A
zich helemaal aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
B
zich gedeeltelijk aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
C
zich helemaal niet aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
D
geen Nederlands hoeven te leren.
Slide 16 - Quizvraag
Christelijke feestdagen zijn belangrijk
Alle Islamitische scholen moeten dicht.
Het is niet erg dat we verschillen.
Nieuwkomers moeten eigen inburgering betalen.
ChristenUnie
VVD
PVV
GroenLinks
Slide 17 - Sleepvraag
Als je naar Nederland verhuist mag je geen eigen gewoontes hebben, je moet je volledig aanpassen
A
integratie
B
segregatie
C
assimilatie
Slide 18 - Quizvraag
Een Turkse jongen zit op een Turkse school, woont in een Turkse wijken heeft alleen maar Turkse vrienden
A
Integratie
B
Segregatie
C
Assimilatie
Slide 19 - Quizvraag
Mevrouw van Hassel die kletst met mevrouw El Allouchi onder het genot van een kopje muntthee.
Een Chinese vader die jaren geleden christelijk werd, omdat hij vond dat hij het "Nederlandse geloof" moest hebben.
Zwarte scholen en witte scholen.
Segregatie
Assimilatie
Integratie
Slide 20 - Sleepvraag
Welke vorm van samenleven past het beste bij de populisten?
A
assimilatie
B
Integratie
C
segregatie
Slide 21 - Quizvraag
Integratie
Segregatie
Assimilatie
Slide 22 - Sleepvraag
nos.nl
Slide 23 - Link
Herhaling H3 en H4
Quiz
Slide 24 - Tekstslide
Emigratie betekent
A
Verhuizen naar een ander land
B
Verhuizen naar Nederland
C
Verhuizen
D
Verhuizen op lange afstand
Slide 25 - Quizvraag
Iedereen die in Nederland asiel aanvraagt mag blijven:
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Als je geen verblijfsvergunning krijgt, dan ben je:
A
Asielzoeker
B
Immigrant
C
Arbeidsmigrant
D
Illegaal
Slide 27 - Quizvraag
Welke groep kwam niet als arbeidsmigrant naar Nederland
A
Mensen uit Indonesië
B
Mensen uit Polen
C
Mensen uit Turkije
D
Mensen uit Italië
Slide 28 - Quizvraag
Welk woord is weggestreept?
A
Gezinsvorming
B
Vluchten
C
Werken
D
Gezinshereniging
Slide 29 - Quizvraag
Jan trouwt met zijn Duitse vakantieliefde Birgit. Zij komt bij hem in Sittard wonen.
A
gezinshereniging
B
gezinsvorming
Slide 30 - Quizvraag
Molukkers kwamen naar Nederland vanaf:
A
1949
B
1975
C
1960
D
1954
Slide 31 - Quizvraag
Waarom werden in de jaren 60 de arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko gastarbeiders genoemd?
A
Omdat ze hier tijdelijk zouden komen wonen en werken.
B
Omdat ze hier niet wilden blijven.
C
Omdat ze hier geen slaapplaats hadden.
Slide 32 - Quizvraag
Wat zijn expats?
A
Mensen die Nederland verlaten
B
Mensen met een hoge opleiding die in NL werken.
C
Politieke vluchtelingen
D
Mensen uit de vroegere kolonies van NL.
Slide 33 - Quizvraag
Bang voor het verlies van eigen cultuur
A
Internationalist
B
Protectionist
Slide 34 - Quizvraag
Als mensen alleen met hun eigen groep omgaan (School, woonwijk, supermarkt)
A
integratie
B
segregatie
C
assimilatie
Slide 35 - Quizvraag
Yous (38): "We waren zo dankbaar dat we naar Nederland mochten komen, dat we onze eigen cultuur hebben achtergelaten en ons volledig hebben aangepast aan de Nederlandse cultuur." Hier is sprake van:
A
assimilatie
B
integratie
C
segregatie
Slide 36 - Quizvraag
Deze stroming heeft gelijkwaardigheid als uitgangspunt en wil een actieve overheid.
A
Liberale stroming
B
Christen Democratische stroming
C
Populistische stroming
D
Sociaal Democratische Stroming.
Slide 37 - Quizvraag
Welke vorm van samenleven past het beste bij de populisten?