Les 2KB

Dienstag den 27. Mai 2025
Welkom bij de les Duits!

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dienstag den 27. Mai 2025
Welkom bij de les Duits!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Planning Duits
Kapitel 5 Berlin
Uhrzeiten
Selbständig arbeiten 
Ende Unterricht

Slide 3 - Tekstslide

   


                                  Leerdoelen:
  •  Je kunt de tijd aangeven in het Duits
  • Je herkent de vraagwoorden in het Duits.
  • Je kunt de vraagwoorden toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Planning Duits

  •  Proefwerk Kapitel 5 (aangepast) (dinsdag 3 juni 2025)

  •  Leestoets in de toetsweek (donderdag 19 juni t/m donderdag 26 juni)

Slide 5 - Tekstslide

Wat moet je leren voor het proefwerk?
Kapitel 5
  • Lernbox:  blz. 95,96,97
       Lektion 1, 2, 4,5 -> DU-NL
       Lektion 3, 6 -> NL-DU
  • Kloktijden: blz. 58
  • Vraagwoorden: blz. 79, 80 

Slide 6 - Tekstslide

Kapitel 5 Berlin
Pak je boek
Kapitel 5 
Seite 58
A: Kloktijden

Slide 7 - Tekstslide

die Uhrzeiten

Slide 8 - Tekstslide

Wie sage ich.....
Hoe laat is het? = Wie spät ist es? 
Het is..... = Es ist... (je vertelt de tijd)
Om.... = Um..... (dit gebruik je om te vertellen hoe laat je iets gaat doen)
uur = Stunde(n) (lengte: het duurt .... uur) /Uhr (tijd: het is ....uur)
kwartier = Viertel
half = halb
voor = vor
na = nach

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wie spät ist es?
Het is drie uur : Es ist drei Uhr.

Het is half drie : Es ist halb drei. 

Het is kwart voor drie : Es ist Viertel vor drei.
Het is kwart over drie : Es ist Viertel nach drei. 


Slide 11 - Tekstslide

Wie spät ist es?
Het is tien over vijf : Es ist zehn nach fünf.
Het is vijf voor half zeven : Es ist fünf vor halb sieben. 
Het is tien over half vijf : Es ist zehn nach halb fünf. 
                                            Óf: Es ist zwanzig vor fünf. 

Let op: Als er niets achter één staat --> 
Es ist eins. = Het is een (uur).

Slide 12 - Tekstslide

Uhr & Stunde
Uhr:
- Gebruik je bij kloktijden. 
- Het Duitse woord voor horloge.

Stunde:
- Geeft de tijdsduur aan 



Slide 13 - Tekstslide

Kapitel 5 Berlin
Pak je boek
Kapitel 5 
Seite 64
B: Vraagwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Fragewörter
Kenmerkend:

  • Vraagwoorden staan aan het begin van de zin.

  • Ze beginnen met  de letter W.

Slide 16 - Tekstslide

= wie?
= waar?
=hoe?
=wat?
= Wanneer?
Warum?
      =
Waarom?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Selbständig arbeiten
Je gaat nu bezig met de voorbereiding voor 
het proefwerk!!!

Slide 19 - Tekstslide

Hausaufgaben
Proefwerk Kapitel 5
Leren: Kloktijden / blz. 58 + Vraagwoorden / blz. 64
Leren: Lernbox Lektion 1 + 2, + 3 / blz. 95, 96
Maken: opdracht 1, 2 blz. 69, 70

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide