havo 2 les 23

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

havo 2 les 23

hoofdstuk 4: Verlichting en Revolutie

4.1: Lodewijk XIV, een absoluut heerser

4.2 Verlichting, theorie en praktijk

vandaag

herhaling

bespreken opdracht 7

beantwoording deelvraag 4.1

introductie 4.2: verlichting

huiswerk opdracht 1 en 2 van 4.2

Verlichting: theorie en praktijk

deelvraag

welke kritiek hadden de verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur? 

1. de wetenschappelijke revolutie

weet je nog? 

einde van de 16 eeuw

op wat voor gebieden werden er in de wetenschappelijke revolutie uitvindingen gedaan?

verlichting: 

denkstroming uit de achttiende eeuw die het gebruik van het eigen verstand centraal stelde. door meer kennis te verwerven is een betere samenleving te realiseren. 

wat was er mis met de samenleving dan?

nou..

- koningen die absoluut heersers zijn

- zijn aangewezen door god

- de standensamenleving

- de belastingen

John Locke

1632- 1704:

- Engelse filosoof, econoom en arts.

- absolutisme is onacceptabel als je logisch nadenkt! 

want we hebben natuurrechten. 

een koning mag het land regeren

zolang zij rekening houden met de belangen van het volk. 

Als hij de belangen van zijn volk niet behartigt, 

mag de koning worden afgezet. 

net als in 

het Plakkaat van Verlatinghe!

1688: John Locke denkt mee over het koningschap in Engeland. 

Karel I wordt opgevolgd door stadhouder Willem III. 

Trias Politica

de macht was niet meer absoluut

door een idee van de bron de Montesquieu. 

Montesquieu bestudeerde hoe ze dat in Engeland deden! 

Montesquieu: Trias Politica