Week 51 KLAS 1

Nederlands klas 1 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands klas 1 

Slide 1 - Tekstslide

Planning deze week:
Les 1: Schrijven: zakelijke e-mail les 2 afmaken
Les 2:  Lezen
Les 3: Schrijven: zakelijke e-mail les 3
Les 4: Lezen
Les 5: Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen
Les 6: Nieuwsbegrip online + huiswerk





Slide 2 - Tekstslide

Schrijven zakelijke e-mail les 3

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen deze week:
Na deze les:
-Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail.
-Ik ken de regels (conventies) die horen bij het schrijven van een zakelijke e-mail en kan deze regels ook toepassen.





Slide 4 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand............

Slide 5 - Open vraag

Mijn naam is Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail, omdat ik een vraag heb over een telefoon.

Deze tekst hoort bij de .......
A
Kern
B
Inleiding
C
Slot

Slide 6 - Quizvraag

In de kern........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 7 - Quizvraag

Een passende slotformule voor mijn
zakelijke e-mail is.....?

A
Doei,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 8 - Quizvraag

Leespubliek:
Aan wie schrijf je een zakelijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk niet goed kent (jullie zijn geen vrienden of familie).
Bijvoorbeeld: KPN, Cool Cat, de tandarts, directeur van de school, je docent.

Slide 9 - Tekstslide

Tekstdoel
Wanneer schrijf je de zakelijke e-mail?  Dus met welk doel!
Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt

Slide 10 - Tekstslide

Taalgebruik
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je 
niet persoonlijk kent.
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. 

U, Mevrouw Schotanus, meneer van Os  (dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik.

Slide 11 - Tekstslide

Indeling 

Bekijk de e-mail van Samantha de Rade . Je krijgt deze e-mail van je docent.

Samen met je docent ga je bekijken hoe een zakelijke e-mail eruit moet zien.
Aan:   e-mail adres van de geadresseerde 
         (degene aan wie je de e-mail stuurt)

Onderwerp:  Vul kort in waar de mail over gaat.

Aanhef:    Geachte heer /mevrouw,  of 
                   Geachte mevrouw Schotanus,

Inleiding: Mijn naam is. Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail,  omdat.........

Kern:   Je vertelt waar het echt om gaat.

Slot:  Je vertelt wat je van de ontvanger verwacht (ik hoop......)

Slotformule:  Met vriendelijke groet,  Hoogachtend, 

Je voor- en achternaam:  Samantha de Rade

Slide 12 - Tekstslide

Les 2: lezen 

Slide 13 - Tekstslide

Schrijven zakelijke e-mail les 3 afmaken

Slide 14 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 15 - Tekstslide

Leespubliek:   zakelijke e-mail:

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk niet goed kent (jullie zijn geen vrienden of familie).

Bijvoorbeeld:
De tandarts,  Cool Cat, je teamleider, directeur van de school, je docent.
Leespubliek: Persoonlijke e-mail:

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk goed kent. 

Bijvoorbeeld:
Je vriend of vriendin, opa of oma, oom of tante, neef en nicht.

Slide 16 - Tekstslide

Tekstdoel Zakelijke e-mail

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.

Tekstdoel Persoonlijke e-mail

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een leuk weekend gehad en daar wil je over vertellen.
  • Je wilt graag dat je neef of nicht in de kerstvakantie bij je komt logeren.

Slide 17 - Tekstslide

Taalgebruik  zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan.

U, mevrouw Schotanus, meneer Schnieders (dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik. 

Slide 18 - Tekstslide

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:                     (e-mailadres geadresseerde)
  • CC:                       (kopie sturen indien nodig)
  • Onderwerp:       (in één of twee woorden)
  • Aanhef                (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding             (Mijn naam is.............)
  • Kern                     (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                       (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule        (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam        (Voor- en achternaam)

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk:

Oefenopdracht 3 zakelijke e-mail

(Let goed op de conventies !!)

Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je deze week geleerd?
-Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail.
-Ik ken de regels (conventies) die horen bij het schrijven van een zakelijke e-mail en kan deze regels ook toepassen.

Slide 21 - Tekstslide

Les 4: lezen 

Slide 22 - Tekstslide

Les 5+6: Nieuwsbegrip

Slide 23 - Tekstslide