Woordenschat hf. 3 en 4, 3M

Woordenschat hf. 3 en 4
Klas 3M
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat hf. 3 en 4
Klas 3M

Slide 1 - Tekstslide

Lesverloop
Absenten controleren.
Wie is er online?
Lesdoelen doornemen

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je na deze les?
Hoofdstuk 3:
1. Figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen.
2. De betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek.
3. De betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit Woordenschat hf. 3 kennen.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Maak de startopdracht van Woordenschat hf. 3 op blz. 82.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk!
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 van Woordenschat hf. 3.
Je mag oortjes in. Je krijgt hier 30 minuten voor.
timer
30:00

Slide 8 - Tekstslide

Maak een zin met het volgende woord:

Slide 9 - Tekstslide

Welke uitdrukking past bij deze afbeelding?

Slide 10 - Tekstslide

Vul je antwoord in:

Slide 11 - Open vraag

Welke uitdrukking past bij deze afbeelding?

Slide 12 - Tekstslide

Vul je antwoord in:

Slide 13 - Open vraag

Welke uitdrukking past bij deze foto?

Slide 14 - Tekstslide

Vul je antwoord in:

Slide 15 - Open vraag

Welke uitdrukking pas bij deze afbeelding?

Slide 16 - Tekstslide

Vul je antwoord in:

Slide 17 - Open vraag

Welke uitdrukking past bij deze afbeelding?

Slide 18 - Tekstslide

Vul je antwoord in:

Slide 19 - Open vraag

Welke uitdrukking past bij deze afbeelding?

Slide 20 - Tekstslide

Vul je antwoord in:

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Schrijf drie dingen op die je geleerd hebt van woordenschat hf. 3:

Slide 23 - Open vraag

Wat kan ik nu?
Hoofdstuk 3:
1. Figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen.
2. De betekenis van uitdrukkingen opzoeken in een woordenboek.
3. De betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit Woordenschat hf. 3 kennen.

Slide 24 - Tekstslide

Woordenschat hf. 4, homoniemen

Slide 25 - Tekstslide

Lesverloop
Absenten controleren.
Wie is er online?
Lesdoelen doornemen

Slide 26 - Tekstslide

Wat kun je na deze les?
Hoofdstuk 4:
1. Ik weet wat synoniemen, homoniemen en homofonen zijn.
2. De betekenis van homoniemen afleiden uit een tekst.
3. De betekenis van een onbekend woord in de tekst of woordenboek vinden.
4. De betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit Woordenschat hf. 4 kennen.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Maak de startopdracht van Woordenschat hf. 4 op blz. 110.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Zoek de juiste homoniemen van de volgende slide bij elkaar. Het antwoord wordt gegeven door:

Slide 30 - Tekstslide

vorst
kater

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Tekstslide

Aan het werk!
Maak opdracht 1, 2, 5, 6 en 7 van Woordenschat hf. 4.
Je mag oortjes in. Je krijgt hier 20 minuten voor.
timer
30:00

Slide 36 - Tekstslide

Schrijf drie dingen op die je geleerd hebt.

Slide 37 - Open vraag

Wat kan ik nu?
Hoofdstuk 4:
1. Ik weet wat synoniemen, homoniemen en homofonen zijn.
2. De betekenis van homoniemen afleiden uit een tekst.
3. De betekenis van een onbekend woord in de tekst of woordenboek vinden.
4. De betekenis van woorden en uitdrukkingen uit Woordenschat hf. 4 kennen.


Slide 38 - Tekstslide