Depressie
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Geef aan dat dit onderwerp voor bepaalde studenten confronterend kan zijn omdat er mensen in hun omgeving of zij zelf te maken hebben gehad of hebben met depressie. Hier is ruimte voor.
Waar denk je aan bij
het woord depressie?
het woord depressie?
Slide 2 - Woordweb
Laat studenten hun handje in Teams opsteken als zij zelf of mensen in hun omgeving te maken hebben gehad met depressie. (alleen als zij hier zelf iets over kwijt willen). Vraag wie hier mondeling iets over wil vertellen/ graag iets over kwijt wil.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Vertel duidelijk het verschil tussen een dipje en een depressie.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 6 - Video
Laat studenten notities maken van de symptomen die zij herkennen.
Filmpje stoppen bij 3:42. Welke symptomen van depressie heb je gezien in het fragment over Anne?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel kinderen (tot 12) lijden aan depressie?
A
1%
B
10%
C
30%
D
45%
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tijdens de adolescentie hebben meisjes twee keer zoveel kans op een depressie?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
