Wadden + ijstijd

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

- Uitleg Hoofdstuk 6 - Paragraaf 1

- Maken: Start + paragraaf 1: t/m opdracht 5

Wat gaan we vandaag doen?

- Uitleg Hoofdstuk 6 - Paragraaf 1

- Maken: Start + paragraaf 1: t/m opdracht 5

Waddeneilanden

Welke waddeneiland ligt bij 3?

1. Ameland
2. Terschelling
3. Texel
4. Schiermonnikoog

Welke waddeneiland ligt bij 4?

1. Ameland
2. Schiermonnikoog
3. Texel
4. Vlieland

Waddenzee

• Binnenzee
• 2 keer per dag: Eb en Vloed
• Getij
• 1 Keer per 2 weken: Springtij

Zeegat: 30-40 meter diep.

Geul: 5-10 meter diep.

Noordzeekant:

• Brede zandstranden met duinen.
• Droog strand
• Nat strand

Welk begrip past bij de plekken die zijn aangegeven met 'A'

1. Zeegat
2. Geul
3. Springtij
4. Priel

In water met een hoge stroomsnelheid zakken de ....... slibdeeltjes naar de bodem

1. Zware
2. Lichte

Duinen en zandstranden vinden we aan de

1. Kust van de Waddenzee
2. Kust van de Noordzee

De plek waar je gaat wadlopen heet:

1. Getij
2. Springtij
3. Zeegat
4. Wantij

Aan het werk:

1. Start van hoofdstuk 6
2. Hoofdstuk 6 - paragraaf 1 afmaken t/m opdracht 5

Het Pleistoceen

Het Pleistoceen had afwisselend:

- koudere perioden: ijstijden / glacialen

- warmere perioden: tussenijstijd / interglaciaal

Door de ijstijden groeide het landijs aan --> lage zeespiegel

Landijs: Saale-fase

- Het landijs schuift uit Scandinavië richting Nederland in twee fases

- Fase 1: Texel - Coevorden lijn.

Deze fase bracht keileem naar noord- en oost-Nederland

Landijs: Saale-fase

- Fase 2: HUN-lijn 

Deze fase zorgde voor stuwwallen op de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen

Tongbekkens: omlaag geduwd land op de rand van het ijs.

Stuwwallen: omhooggedrukt land door het ijs

Aan het eind van deze fase werd het opnieuw warm -->  Noordzee stroomt weer vol en ijs neemt af.

Laatste ijstijd

Nederland is een poolwoestijn

• Nauwelijks begroeiing --> veel zand verplaatst door de wind. 
  
• Zand bedekte de ondergrond uit het pleistoceen
• Löss is lichter en kwam daardoor verder landinwaarts terecht: Limburgse heuvels, België, Duitsland. 
  

Bedenk een toetsvraag over de stof die je zojuist hebt gehoord.

Aan het werk

• Nakijken hoofdstuk 6 paragraaf 1
• Maken: paragraaf 2, opdracht 1 t/m 5 
• Klaar? Keuzemenu's maken