M3, 5.2 Poëzie en 5.2 Lezen

Doel van deze week:
- Je leert wat een sonnet is en je kunt 'm herkennen;
- Je herhaalt het schrijven van een artikel;
- Je herhaalt congruentie. 

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Doel van deze week:
- Je leert wat een sonnet is en je kunt 'm herkennen;
- Je herhaalt het schrijven van een artikel;
- Je herhaalt congruentie. 

Slide 1 - Tekstslide

Taak voor deze week:
Taken: 
5.2 helemaal
5.4 schrijftaak blz. 205

Slide 2 - Tekstslide

Volgende week PTA Artikel
-Neem je feedback door, die krijg je uiterlijk deze week
- Leer de theorie van paragraaf 5.4

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De leerlingen hielp met de organisatie van de sportdag.
A
Congruent (goed)
B
Incongruent (fout)

Slide 5 - Quizvraag

De meisjes wachtte op de bus.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

45% van de leerlingen staat op zittenblijven.
A
Congruent (goed)
B
Incongruent (fout)

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Boven een artikel staat altijd een aanhef: Geachte meneer, mevrouw,
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Onder je artikel zet je ALLEEN je naam
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Het artikel bestaat uit een inleiding - kern - slot
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Informatie die niet in de situatieschets staat, moet je zelf bedenken.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

"De tijd vliegt" is een voorbeeld van een...
A
Enjambement
B
Haiku
C
Elfje
D
Personificatie

Slide 15 - Quizvraag

Winter
Alles wit
Sloten met ijs
Lekker glijden op schaatsen
wak
A
Elfje
B
Haiku
C
Limerick
D
Ollekebolleke

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
12
B
6
C
14
D
15

Slide 20 - Quizvraag

De eerste 2 strofes van een sonnet bestaan uit ... regels
A
4
B
3
C
5
D
2

Slide 21 - Quizvraag

In een sonnet volgt na regel 8 meestal ...
A
een haiku
B
een wending
C
een volta
D
een strofe

Slide 22 - Quizvraag

Sonnet
Definitie van sonnet. Een sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels. In een sonnet zit meestal een wending. Deze wending zit vaak net over de helft of tegen het einde van het sonnet.

Slide 23 - Tekstslide

Ollekebolleke
- 2 strofes, 4 regels
- Regel 4 en 8 rijmen
- Regel 6 is één woord van 6 lettergrepen

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag;
Weektaak: 5.2 helemaal
Eventueel; paragraaf 5.4 schrijftaak artikel oefenen voor PTD (blz. 205)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

1

2

3

Lees het tekstgedeelte goed door
Onderstreep de signaalwoorden
Bepaal wat de kernzin is en wat de bijzaken zijn.

Slide 27 - Sleepvraag

Samenvattingsvragen zijn meestal ...
A
Meerkeuzevragen
B
Open vragen
C
Volgordevragen
D
Ja/Nee-vragen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de kernzin van deze alinea?

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de kernzin?
A
Medische sensoren ... een patiënt.
B
Voor steeds ... kunnen worden.
C
Probleem met ... batterijtje leegloopt.
D
Er is geen kernzin.

Slide 30 - Quizvraag

Welke zin uit de inleiding geeft antwoord op de vraag "Wat is een medische sensor?"
A
Medische sensoren ... een patiënt.
B
Voor steeds ... kunnen worden.
C
Probleem met ... batterijtje leegloopt.

Slide 31 - Quizvraag

Welk probleem van de medische sensor wordt in de inleiding genoemd?

Slide 32 - Tekstslide

Welk probleem van de medische sensor wordt in de inleiding genoemd?

Slide 33 - Open vraag

Gedicht 5.2 en Lezen 5.3
Taken: 
5.2 opdracht 1, 2 en 3
5.3 1 t/m 10 + Test jezelf 5.3

Slide 34 - Tekstslide