Les 4:groepsdynamica

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud deze les
  • Groepsdynamica
  • Normen en waarden
  • Groepssoorten
  • Groepsfases
  • Groepsrollen
  • Planning



Slide 2 - Tekstslide

Wat is een groep?

Slide 3 - Woordweb

Wat is een groep?
  • Een groep is een verzameling van minimaal twee mensen die iets gemeenschappelijks hebben: een doel, een wens of een kenmerk.
  • Een groep is een verzameling van individuen die in wisselwerking staan met elkaar en die zichzelf als een entiteit beschouwen. Groepen kunnen verschillende kenmerken hebben, zoals een gemeenschappelijk doel, een gedeelde identiteit, regels en normen voor gedrag en een bepaalde mate van interdependentie tussen de leden.

Slide 4 - Tekstslide

Waar maak jij deel van uit?
Tot welke groepen behoor jij?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ontstaat een groep?
Aspecten die vaak terugkeren bij het vormen van groepen zijn: interactie, gelijkenissen, onderlinge afhankelijkheid, structuur, normen, rollen. 

  • Een vriendengroep ontstaat op basis van dezelfde interesses, dezelfde studierichting (gelijkenissen)
  •  Een projectteam ontstaat omdat de leden ervan afhankelijk zijn van elkaar voor het bereiken van een doel (onderlinge afhankelijkheid)
  • Een groep hulpbieders ontstaat omdat er op straat iemand een beroerte krijgt en verschillende mensen een rol opnemen - 112 bellen, verkeer tegenhouden, ... (rollen opnemen, interactie)
  • Een cultuur ontstaat omdat mensen doorheen de jaren gemeenschappelijke normen en waarden ontwikkelen (normen)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is groepsdynamica?

Slide 7 - Open vraag

Wat is groepsdynamica
Groepsdynamica is het studiegebied dat zich bezighoudt met het begrijpen van hoe mensen zich in groepen gedragen en hoe groepen functioneren. Het richt zich op de interactie tussen individuen in een groep en hoe deze interacties het gedrag en de prestaties van de groep als geheel beïnvloeden.

Groepsdynamica omvat het bestuderen van de processen die plaatsvinden binnen een groep, zoals communicatie, besluitvorming, leiderschap, normen en waarden, machtsverhoudingen en groepscohesie. Het kan ook betrekking hebben op hoe groepen zich ontwikkelen en veranderen over tijd en hoe externe factoren, zoals de omgeving of de cultuur, de groep beïnvloeden.


Slide 8 - Tekstslide

Wat is groepsdynamica
'Processen die in groepen afspelen en de interventie die je kunt uitoefenen.’


Slide 9 - Tekstslide

Hoe ontstaat een groep?
Aspecten die vaak terugkeren bij het vormen van groepen zijn: interactie, gelijkenissen, onderlinge afhankelijkheid, structuur, normen, rollen. 

  • Een vriendengroep ontstaat op basis van dezelfde interesses, dezelfde studierichting (gelijkenissen)
  •  Een projectteam ontstaat omdat de leden ervan afhankelijk zijn van elkaar voor het bereiken van een doel (onderlinge afhankelijkheid)
  • Een groep hulpbieders ontstaat omdat er op straat iemand een beroerte krijgt en verschillende mensen een rol opnemen - 112 bellen, verkeer tegenhouden, ... (rollen opnemen, interactie)
  • Een cultuur ontstaat omdat mensen doorheen de jaren gemeenschappelijke normen en waarden ontwikkelen (normen)

Slide 10 - Tekstslide

Soorten groepen
  • Persoonlijke groepen: Emotionele verbondenheid
  • Functionele groepen: Een taak of functie vervullen
  • Formele groepen:  Is een groep die bij elkaar is gezet. Met taken en regels die voorgeschreven zijn
  • Informele groepen: Een informele groep ontstaat vrijwillig. Deelname aan een informele groep is niet bindend of verplicht. Een vriendengroep is hier een goed voorbeeld van.
  • Vrijwillige groepen: Je komt vrijwillig bij elkaar
  • Onvrijwillige groepen: Groep die tot stand komt zonder dat je dat wilt

Slide 11 - Tekstslide

Een vraag...
In welke groep zou iemand met met een 
licht verstandelijke beperking zich bevinden op 
een dagbesteding/bij begeleid wonen? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Stanford-gevangenisexperiment
Het Stanford-gevangenisexperiment was een spraakmakend sociaal-psychologisch experiment, dat in 1971 werd uitgevoerd in de kelders van de Universiteit van Stanford.

Studenten werden willekeurig in twee groepen van twaalf opgesplitst: een gevangenengroep en een bewakersgroep. Na korte tijd begonnen de studenten zich naar hun rol te gedragen: gevangenen werden onderdanig en bewakers kwamen in de verleiding om hun macht te misbruiken.
 

Het experiment werd stopgezet toen Christina Maslach, een studente die interviews afnam in de 'gevangenis' en een verhouding had met Zimbardo, ernstige kritiek op de mensonterende omstandigheden uitte. Slechts zes dagen van de geplande twee weken werden volgemaakt. Zimbardo merkte achteraf op dat van de vijftig buitenstaanders die kennis hadden van het gevangenisexperiment Maslach de enige was die vraagtekens had bij de morele kant ervan.

Het experiment toont de dramatische gevolgen van normale, gezonde studenten die in een namaakgevangenis werden gestopt. Het is een klassiek geworden voorbeeld van de kracht van de sociale situatie.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Iedere groep heeft een sociale structuur waarin iedereen een sociale positie en de rol heeft. 
Bij elke rol wordt een bepaald gedrag verwacht volgens bepaalde sociale conventies
Het naleven hiervan wordt versterkt door sociale controle en internalisering, het proces waarbij mensen zich bepaalde sociale regels eigen maken, zodat deze regels na verloop van tijd niet langer worden beschouwd als van buitenaf opgelegde voorschriften maar als richtlijnen die men zelf heeft gekozen. 
Daarmee bepaalt dit mede het sociaal handelen.

Slide 16 - Tekstslide

Normen en waarden?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Verschil normen en waarden
Voorbeelden:
Waarde: Ouderen horen respect te krijgen.
Norm: Je staat jouw plaats in de trein af aan iemand die ouder is dan jij.

Waarde: In het verkeer is veiligheid van belang.
Norm: Verkeersregels

Waarde: Binnen de samenleving moet het voor iedereen leefbaar zijn.
Norm: Afval opruimen en respect hebben voor anderen.

Slide 19 - Tekstslide

Groepsfases
1. Verkennen van de groep
2. Strijden om macht
3. Samenwerken
4. Strijden om intimiteit
5. Harmonie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Groepsfases
1. Verkennen van de groep
2. Strijden om macht
3. Leren met elkaar om te gaan
4. Samenwerken
5. Uit elkaar gaan

Slide 22 - Tekstslide

Groepsrollen
BELBIN

Slide 23 - Tekstslide

Doe de test!
https://www.123test.com/nl/groepsrollentest/

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

In de praktijk
Mensen met een verstandelijke beperking functioneren vaak in groepen, zoals woongroepen of dagbestedingsgroepen. Het groepsklimaat heeft invloed op het welzijn en kansen voor ontwikkeling van alle individuele cliënten in deze groepen.

Slide 26 - Tekstslide

GROEPSROLLEN HERKENNEN, BEÏNVLOEDEN EN BENUTTEN

Zicht hebben op de rollen in een groep geeft groepsleiders de kans om het groepsklimaat actief te beïnvloeden door rollen te bekrachtigen, in te zetten of te kaderen.

Slide 27 - Tekstslide

Planning
19-11       Roos van Leary
                 Deelopdracht 3

26-11      Activiteit ondernemen

3-12       Activiteit ondernemen

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide