media samenvatting boekje media

media
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en maatschappijISK

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

media

Slide 1 - Tekstslide

communicatie en media

Slide 2 - Tekstslide

communicatie
  • uitwisselen van informatie
  • boodschap -zender ( degene die vertelt)
                                                      - ontvanger( degene die luistert)              

Slide 3 - Tekstslide

Ik zeg:
Het is vandaag mooi weer.
Wie ben jij?
A
zender
B
ontvanger

Slide 4 - Quizvraag

media
Via de media kun je informatie overbrengen en veel mensen bereiken.

Slide 5 - Tekstslide

Wat hoort niet bij media.
A
journaal
B
krant
C
website
D
gesprek

Slide 6 - Quizvraag

media
nieuwsmedia
sociale media

Slide 7 - Tekstslide

sociale media.
  • zelf berichten maken
  • reageren op anderen

Slide 8 - Tekstslide

Wat hoort niet bij sociale media
A
YouTube
B
Journaal
C
WhatsApp
D
Tik tok

Slide 9 - Quizvraag

nieuwsmedia

Slide 10 - Tekstslide

nieuwsmedia
Zij vertellen ( berichten) over de dingen die gebeuren in de wereld.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is geen nieuwsmedia
A
whats app
B
krant
C
journaal

Slide 12 - Quizvraag

Doelgroep
De groep mensen voor wie ze de berichten maken.

Slide 13 - Tekstslide

journaal
jeugdjournaal
jonge kinderen
oudere kinderen/ volwassenen

Slide 14 - Sleepvraag

mensen uit Nederland
mensen uit Gelderland

Slide 15 - Sleepvraag

Wie schrijft de berichten in de krant
A
nieuwslezer
B
journalist

Slide 16 - Quizvraag

journalist
  • Iemand die vertelt ( verslag doet) van gebeurtenissen.
  • werkt bij een nieuwsmedia
  • ze schrijven een nieuwsbericht

Slide 17 - Tekstslide

wat moet een journalist doen.
  • schrijft een nieuwsbericht.
  • controleert of wat hij schrijft klopt.
  • laat verschillende kanten van het bericht zien.
  • vertelt /schrijft over problemen in de samenleving.

Slide 18 - Tekstslide

Liefhebbers hebben de eerste meters op het ijs in Winterswijk al gemaakt
Liefhebbers hebben de eerste meters op het ijs in Winterswijk al gemaakt
De echte liefhebbers hebben maandagochtend de eerste baantjes al gereden op de schaatsbaan in Winterswijk. Rond half negen bleek het ijs dik genoeg en konden de schaatsers, die al voor de poort stonden te wachten, het ijs op.
Monique Rademaker 17-02-25, 11:33
,,Het is echt een fantastische schaatsochtend”, zegt voorzitter Auke Spijkstra van de Winterswijkse IJsvereniging (WIJV). ,,Met dit helder blauwe lucht en die stralende zon.”
Het enthousiasme is voelbaar, toch is er ook een maar. ,,De zon heeft al heel veel kracht dus tegen twaalf uur zal het wel afgelopen zijn.”
Spijkstra verwacht morgen de baan ook nog wel een paar uur open te kunnen doen. ,,De sproeiploeg staat weer klaar voor vannacht.” Gezien het weerbericht zal het daarna afgelopen zijn met de schaatspret. Aankomende nacht vriest het nog zo’n 5 graden. De nacht daarna houdt het op bij zo’n 2 graden in de min en de dag die erop volgt wordt al snel te warm.
Geen marathon voor profs
Een marathon op natuurijs zit er dus niet in. Daarvoor moet er 3 centimeter ijs zijn, maar deze maandag kwam het niet verder dan 1 centimeter. ,,En de marathonschaatser zitten in Zweden, dus het heeft niet zoveel zin om daar naar toe te werken.”



Slide 19 - Tekstslide

Wie is de journalist van dit bericht (artikel).

Slide 20 - Open vraag

Heeft zij aan andere mensen hun mening gevraagd?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

persvrijheid
In Nederland heb je het recht om informatie te verspreiden via de media. 

Slide 22 - Tekstslide

persvrijheid.
Je hebt in Nederland het recht om informatie te verspreiden via de media.

Slide 23 - Tekstslide

persvrijheid en de wet
je mag niet alles zeggen
je moet je aan de wet houden
je mag niet iets over iemand vertellen wat niet waar is.

Slide 24 - Tekstslide

Persvrijheid is niet in de hele wereld.
Censuur
wanneer het verboden is  om bepaalde verhalen en meningen te vertellen.

Slide 25 - Tekstslide

In welk land is er geen persvrijheid
A
Noorwegen
B
Verenigde staten ( Amerika)
C
Nederland
D
Rusland

Slide 26 - Quizvraag

Hoe kun je zien of iets nep is?
kijk goed naar de foto of filmpje.
Denk na: kan dit echt gebeurt zijn?
Zoek op internet of het waar is.
Vraag het aan iemand anders.

Slide 27 - Tekstslide

Wat kun je doen om te kijken of iets echt of nep is.
A
geloof niet alles meteen
B
kijk goed
C
controleer of het echt is
D
stuur het door

Slide 28 - Quizvraag

omgaan met sociale media

Slide 29 - Tekstslide

ik gebruik een andere naam als ik een spel speel op internet. ( gamen)
ja
nee

Slide 30 - Poll

als iemand mijn adres vraagt geef ik die.
ja
nee
misschien

Slide 31 - Poll

als iemand een foto van mij vraagt, stuur ik die
ja
nee
misschien

Slide 32 - Poll

ik geef altijd mijn menig over iets op sociale media
ja
nee
misschien

Slide 33 - Poll