Spelling

Wat hoor je:
Jarig
A
Jar- ig
B
Jar- ug
C
Jar- eg
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
SpellingBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat hoor je:
Jarig
A
Jar- ig
B
Jar- ug
C
Jar- eg

Slide 1 - Quizvraag

Moedig
Nieuwsgierig
Gelukkig
Verdrietig

Slide 2 - Sleepvraag

Valt je iets op bij deze woorden?

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag leren we woorden met -ig of -ige

Je hoort hier vaak -ug, maar schrijft -ig

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


Ja - rig
Ja-rige

Gif - tig
Gif- tige

Twin - tig



M-ug
Mu-ggen

Br-ug
Bru-ggen

Ter-ug

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf...

Slide 8 - Open vraag

Schrijf...

Slide 9 - Open vraag

Schrijf...

Slide 10 - Open vraag

Welke woorden met -ig of -ige ken je nog meer?

Slide 11 - Woordweb

Maak in tweetallen
Opdracht 3, 4, 5 ,6, 7 en 8
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Welk (3) woorden zijn fout geschreven:
Handig, driehoekig, rusteg, vliegensvlug, terug, snelwig, geweldug

Slide 13 - Open vraag