Nieuwsbegrip Sinterklaassnoep
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sinterklaassnoep
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
1. Hoe weten deskundigen waar het sinterklaassnoepgoed vandaan komt en sinds wanneer het bestaat?
Slide 4 - Open vraag
2. Waarom zijn de recepten voor peper- en kruidnoten pas gevonden in kookboeken uit de 18e eeuw?
Slide 5 - Open vraag
3. Waar werden speculaaspoppen en taaitaai voor gebruikt? Geef twee voorbeelden.
Slide 6 - Open vraag
4. Waar werden letters van brooddeeg of banket vroeger voor gebruikt?
Noem drie dingen.
Noem drie dingen.
Slide 7 - Open vraag
5. Sinds wanneer hoort de chocoladeletter voor iedereen bij het sinterklaasfeest?
Slide 8 - Open vraag
1. In regel 2 staat: De winkels liggen weer vol met dit specifieke snoepgoed. Wat betekent specifieke?
A
wat ergens bijzonder of zeldzaam is
B
wat net nieuw ontdekt of bedacht is
C
wat ongezond voor iets of iemand is
D
wat speciaal bij iemand of iets hoort
Slide 9 - Quizvraag
2. Lees het stukje met het kopje Pepernoten en kruidnoten nog eens. Welke bewering is waar?
A
De pepernoot was de voorloper van het kruidnootje.
B
Pepernoten werden gebruikt om sauzen te binden en smaak te geven
C
Specerijen geven een kruidnoot smaak.
D
Zeelui namen kruidnoten mee uit het Verre Oosten.
Slide 10 - Quizvraag
3. Wat is een culinair historicus (r. 6)?
A
een kok die recepten maakt uit de geschiedenis
B
iemand die de geschiedenis van eten heeft bestudeerd
C
iemand die graag eten proeft dat vroeger werd gekookt
D
iemand die oude recepten verzamelt
Slide 11 - Quizvraag
4. Lees het stukje met het kopje Letters nog eens. Wat hebben letters met Sinterklaas te maken? Er zijn twee antwoorden goed.
A
De letters werden als lekkernij verkocht
B
Met een letter werd aangegeven voor wie de cadeaus waren
C
Sinterklaas gaf de letters aan kinderen die moesten leren lezen en schrijven.
D
Sinterklaas had een staf in de vorm van de letter S
