§7.3 Wonder aan de rivier de Han

Welkom
Pak je leerboek en open deze op blz. 108   H7 par. 7.3

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je leerboek en open deze op blz. 108   H7 par. 7.3

Slide 1 - Tekstslide

7.3 Wonder aan de rivier de Han






Klas 2

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
 Korea was tot 1945 een kolonie van Japan

Door (2) en (3) werd Korea verdeeld in Noord-Korea en Zuid-Korea.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Rijkste landen in de wereld

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel §7.3
Aan het eind van de les kan je:


Waarom is Zuid-Korea veel welvarender dan Noord-Korea?





Slide 6 - Tekstslide

Economische groei (begin)
Drie belangrijke redenen:
1. Meer samenwerking op het platteland. 
- stijging landbouwopbrengst
- vb: pak cement.

Slide 7 - Tekstslide

Economische groei (begin)
2.  Minder import, meer export.
Stap 1: Bouw fabrieken met hulp westerse landen (Japan, VS) , productie van consumptiegoederen: voedingsmiddelen, textiel (maar ook producten voor land- en woningbouw)
importsubstitutie = niet meer geïmporteerd, maar zelf gemaakt.
- niet alleen voor eigen gebruik, ook voor export.

 Stap 2: afbetalen buitenlandse leningen.


Slide 8 - Tekstslide

Economische groei (begin)

Drie belangrijke redenen:
3.  Veel investeringen in het onderwijs.
- goede opleiding is van groot belang in Zuid-Korea.


Slide 9 - Tekstslide

Kijkvraag
Na de Koreaanse Oorlog maakte Zuid-Korea een enorme economische groei door,  van een van de armste naar een van de rijkste landen.

Welke sector is hard gegroeid?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Veranderingen (later) 
      Zuid-Korea is 1 van de 4 Aziatische tijgers (landen met een grote economische groei sinds de jaren 80), vernieuwing als sleutelwoord. 

Tussen 1970 en 1990 verschoof de aandacht van de arbeidsintensieve, lichte industrie naar zware industrie
 .

● Na 1990 was er vooral 
 , want de lonen voor productiewerk werden te hoog.

Slide 12 - Tekstslide

Scheepswerf

Slide 13 - Tekstslide

Veranderingen (later)
 Door de economische groei is Zuid-Korea lagelonenland af.
Na 1990: van productiewerk naar hightechindustrie
vb: ontwikkeling van telefoons, televisies, computers, auto’s. ook: grotere dienstensector.

Slide 14 - Tekstslide

Check
Zuid-Korea is nu een van de rijkste landen ter wereld. De grote verandering is te danken aan de president die in 1961 aan de macht kwam.

Hij stelde plannen op om de economie te laten groeien. Hierbij was sprake van importsubstitutie, wat is dat?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
De eerste 10 minuten werken we in stilte. 
Maak §7.3 opdracht 1, 2, 3, 4, 7, 8. 

Klaar? Maak een samenvatting van §7.3 en lees §7.4. 
of zet de begrippen van H7 in WRTS


timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

LessonUp inloggen
Ga naar lessonup.app op je laptop
Vul onderstaande code in 
Geef je eigen naam (geen nickname, andere namen of emojis)
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Check

Slide 18 - Tekstslide

Zuid-Korea heeft een...
A
Vrijemarkteconomie
B
Planeconomie

Slide 19 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar het juiste vak waar ze bijhoren.
Noord-Korea
Zuid-Korea

hoog ontwikkelingspeil
Zelfvoorzienend
Dictatuur
presidentsverkiezingen
Kim Jong Un

Slide 20 - Sleepvraag

Welke drie bestaansmiddelen zijn er?
A
Landbouw, toerisme en defensie
B
Defensie, diensten en toerisme
C
Landbouw, industrie en diensten
D
Industrie, diensten en toerisme

Slide 21 - Quizvraag

Zware industrie rekenen we tot .......?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 22 - Quizvraag

Singapore, Japan en Zuid Korea horen bij de groep......
A
Aziatische tijgers
B
Afrikaanse leeuwen

Slide 23 - Quizvraag

Importsubstitutie wil zeggen
A
dat een land producten gaat importeren
B
dat een land producten gaat exporteren
C
dat een land niet meer gaat importeren (maar zelf maken)
D
dat een land niet meer wil exporteren

Slide 24 - Quizvraag

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.
A
.. arbeidsintensief is
B
.. goedkoop is
C
.. kennisintensief is
D
.. veel grondstoffen nodig heeft

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Zuid-Korea?
A
Pyongyang
B
Tokyo
C
Seoul
D
Hanoi

Slide 26 - Quizvraag