In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Wat muziek doet met je brein
Lees de tekst op blz 173 / 174
Slide 1 - Tekstslide
Welke muzieksoorten vind je leuk?
Slide 2 - Open vraag
Welke artiest(en) luister je graag?
Slide 3 - Open vraag
Wanneer luister je (deze) muziek?
Slide 4 - Open vraag
vraag 1. Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 5 - Open vraag
2. Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding?
A
1
B
1,2
C
1,2,3
D
1,2,3,4
Slide 6 - Quizvraag
4. In het middenstuk past boven elke alinea een van de tussenkopjes a t/m e.
a Hormonen hoort boven >
A
alinea 3
B
alinea 4
C
alinea 6
D
alinea 7
Slide 7 - Quizvraag
4. In het middenstuk past boven elke alinea een van de tussenkopjes a t/m e.
b IQ-verhogend hoort boven >
A
alinea 3
B
alinea 4
C
alinea 6
D
alinea 7
Slide 8 - Quizvraag
4. In het middenstuk past boven elke alinea een van de tussenkopjes a t/m e.
c Mozart-effect hoort boven >
A
alinea 3
B
alinea 4
C
alinea 6
D
alinea 7
Slide 9 - Quizvraag
4. In het middenstuk past boven elke alinea een van de tussenkopjes a t/m e.
d Snowball hoort boven >
A
alinea 3
B
alinea 4
C
alinea 6
D
alinea 7
Slide 10 - Quizvraag
4. In het middenstuk past boven elke alinea een van de tussenkopjes a t/m e.
e Veilig emoties ervaren hoort boven >
A
alinea 4
B
alinea 6
C
alinea 7
D
alinea 8
Slide 11 - Quizvraag
vraag 5: wat is functie van alinea 1
A
aanleiding
B
anekdote
C
constatering(en)
D
voorbeeld
Slide 12 - Quizvraag
vraag 6: wat is functie van alinea 2
A
aanleiding
B
anekdote
C
constatering
D
voorbeeld
Slide 13 - Quizvraag
vraag 7: wat is functie van alinea 3
A
aanleiding
B
voorbeeld
C
vergelijking
D
constateringen
Slide 14 - Quizvraag
Wat wordt er in alinea 3 met elkaar vergeleken?
Slide 15 - Open vraag
vraag 10: wat is functie van alinea 7 ten opzichte van alinea 6?
A
weerlegging
B
tegenwerking
C
nuancering
D
verklaring
Slide 16 - Quizvraag
8. Waarom vermoedt Honing dat ons vermogen tot het maken en luisteren naar muziek er als is voordat we taal voor het eerst gebruiken?
Slide 17 - Open vraag
9. Het is volgens Honing geen toeval waarom kaketoes ook bekendstaan om hun gevoel voor taal (al. 5). Leg uit of jij zijn uitleg overtuigend vindt.
Slide 18 - Open vraag
vraag 10: wat is functie van alinea 7 ten opzichte van alinea 6?
A
weerlegging
B
tegenwerking
C
nuancering
D
verklaring
Slide 19 - Quizvraag
11. Jaren later moesten de onderzoekers hun inzichten anders interpreteren (al. 7). Op welke punt(en) deden ze dat?
Slide 20 - Open vraag
12. Alinea 9 bevat een aantal voorbeelden. Citeer de zin uit alinea 8 die met deze voorbeelden wordt geïllustreerd.
Slide 21 - Open vraag
13. Wat zorgt ervoor dat sommige muziekstukken worden gewaardeerd, maar snel zijn vergeten en andere stukken extreem aanstekelijk werken en als een oorwurm blijven hangen (al. 10). Welk antwoord geeft de tekst op deze vraag?
Slide 22 - Open vraag
14. Vind je alinea 11 een goed slot, gelet op de functie die een slotalinea vaak heeft? Licht je antwoord toe.