Herhaling marginale kosten en opbrengsten H5

Herhaling Havo 5 economie
Marginale kosten en opbrengst                      
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Havo 5 economie
Marginale kosten en opbrengst                      

Slide 1 - Tekstslide

Winst

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

MO= MK
Als ondernemer wil je graag weten hoe je de hoogste mogelijke winst kan behalen (je maximale winst

Daarvoor geldt MO=MK

namelijk wanneer je marginale opbrengsten gelijk staan aan je marginale kosten

Slide 4 - Tekstslide

Marginaal??
Een ander woord voor marginaal is BIJKOMEND.

Je marginale opbrengsten zijn dus je bijkomende opbrengsten als je één extra product verkoopt. De MO= GO= P (je MO is altijd gelijk aan je verkoopprijs/ gemiddelde opbrengst!!)

Marginale kosten zijn je bijkomende kosten als je één extra product maakt/ produceert

Slide 5 - Tekstslide

Marginale opbrengsten en kosten

De marginale opbrengst (MO) = het bedrag waarmee de totale opbrengst van het bedrijf verandert als het bedrijf één extra product produceert.
Marginale kosten (MK) geven het bedrag aan waarmee de totale kosten toenemen als een bedrijf één extra product produceert.
=> worden veroorzaakt door de variabele kosten


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld MO=MK
In de tabel zie je de MO en MK staan van de gemaakte producten nr 10, 11, 12, 13 en 14. Gegevens van je gemaakte producten 1 t/m 9 ontbreken dus. 

Waar vind je nu de maximale winst? Tot hoeveel Q ga ik produceren?
Q
10
11
12
13
14
MO
200
200
200
200
200
MK
185
190
195
200
205

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld MO=MK
Ik ga 13 producten maken, want daar is MO=MK. Vanaf het 14e product maak ik minder winst (dus geen verlies! alleen minder winst)

Kan ik nu ook zeggen hoeveel winst ik totaal maak? 
Q
10
11
12
13
14
MO
200
200
200
200
200
MK
185
190
195
200
205

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld MO=MK
Nee, ik kan met deze gegevens geen totale winst berekenen. Daarvoor heb ik de gemiddelde totale kosten (GTK) nodig! 
Ik kan wel stellen dat over de gemaakte Q nr 10,11,12,13  de winst met (200-185)+ (200-190)+ (200-195)+ (200-200)= 30 euro toe nam. 

Q
10
11
12
13
14
MO
200
200
200
200
200
MK
185
190
195
200
205

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld MO=MK
De GTK is nu bekend. Dan kan ik mijn maximale winst gaan berekenen 
met de formule TO-TK=TW
TO (200x13) - TK (188x13) = 2600 -2444= 156 euro maximale winst bij Q=13
Q
10
11
12
13
14
MO
200
200
200
200
200
MK
185
190
195
200
205
GTK
176
181
183
188
193

Slide 10 - Tekstslide

TO = 60q
TK = 20q + 100.000
Wat zijn de marginale kosten?
A
€ 20
B
€ 60
C
€ 100.000

Slide 11 - Quizvraag

TO = 60q
TK = 20q + 100.000
Wat is de marginale opbrengst
A
€ 20
B
€ 60
C
€ 100.000

Slide 12 - Quizvraag

Totale kosten

Slide 13 - Tekstslide

Welk gegeven verandert in de functie TK =1.850q + 500.000 als de variabele kosten per product toenemen bij uitbreiding van de productie?
A
1.850q
B
500.000

Slide 14 - Quizvraag

Productie van fietsen

Slide 15 - Tekstslide

De winst voor Sjoerd wordt groter als hij de productie en verkoop uitbreidt van 2.000 naar 2.500 stuks.
A)Bereken hoeveel winst elke extra verkochte fiets oplevert.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

B) Levert verdere uitbreiding tot en met 3.000 stuks winst op?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Zal Sjoerd uitbreiden tot 4.000 stuks?

A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe groot is de marginale opbrengst per fiets?
A
350
B
3500
C
2250
D
Kan je niet weten

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn de marginale kosten van de 1.000e fiets?

A
350
B
1850
C
1950
D
2400

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn de marginale kosten van de 1.000e fiets?

A
350
B
1850
C
1900
D
2400

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

De winst is maximaal als het verschil tussen de MO en MK maximaal is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

De totale winst is het verschil tussen TO en TK
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

De winst is maximaal als MO gelijk is aan MK
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Bij een vaste verkoopprijs is de marginale opbrengst altijd gelijk aan de verkoopprijs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Bereken de marginale winst (MW) als
 TO = 3Q en TK = 1,5Q + 100.000 en de
productie is 200.000 stuks, en met 1 stuk wordt uitgebreid.

Slide 34 - Tekstslide

Bereken de marginale winst (MW) als TO = 3Q en TK = 1,5Q + 100.000 en de
productie is 200.000 stuks, en met 1 stuk wordt uitgebreid.

MK = GVK dus 1,5
MO = 3
3 – 1,5 = 1,5 
De marginale winst is €1,50 van het extra product

Slide 35 - Tekstslide

 Bereken de marginale kosten als 
TK = 2,5Q + 75.000 en de productie is
125.000 stuks, en met 1 stuk wordt uitgebreid

Slide 36 - Tekstslide

 Bereken de marginale kosten als TK = 2,5Q + 75.000 en de productie is
125.000 stuks, en met 1 stuk wordt uitgebreid
MK = GVK dus 2,5, dus €2,50 marginale kosten

Slide 37 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd?

Slide 38 - Woordweb