VS p2.2
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Met sedentair wordt bedoeld
A
Dat mensen steeds van de ene naar de andere plek trekken.
B
Dat mensen op een vaste plaats leven.
C
Dat de indianen niet een stam waren, maar veel verschillende stammen
D
Dat verschillende stammen verschillende levenswijzen hadden.
Slide 3 - Quizvraag
Welke van de volgende opties is geen overeenkomst binnen alle indianen stammen?
A
Dieren waren erg belangrijk.
B
Ze waren matrilineair.
C
Aarde was geen menselijk bezit.
D
Ze deden alles samen.
Slide 4 - Quizvraag
Met nomadisch wordt bedoeld
A
Dat mensen geen vaste verblijfplaats hebben, maar steeds rondtrekken.
B
Dat mensen op een vaste plaats leven.
C
Dat de indianen niet een stam waren, maar veel verschillende stammen.
D
Dat verschillende stammen verschillende levenswijzen hadden.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Welke zin klopt niet: conflicten ontstonden omdat
A
Omdat Amerikanen wilden civiliseren.
B
Omdat de Amerikanen gebieden wilden innemen
C
Indianen hun land wilden houden
D
Omdat de Indianen de Amerikanen wilden onderwerpen
Slide 17 - Quizvraag
De reservaten worden door de Amerikanen veelal gezien als:
A
Wreed, een soort concentratiekamp.
B
Wreed, maar nodig om de Amerikaanse cultuur te beschermen.
C
Goed, om zo de Indiaanse cultuur te beschermen.
D
Goed, om zo een verspreiding van Indianen te voorkomen.
Slide 18 - Quizvraag
De slag bij little bighorn werd door de Indianen
A
Gewonnen
B
Verloren
