Discussieren VWO2

Discussie
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Discussie

Slide 1 - Woordweb

Je discusseert met elkaar als je het niet met elkaar eens bent over een kwestie.


- Standpunt: jouw mening over de kwestie
- argumenten:  je legt uit waarom je die mening hebt




Slide 2 - Tekstslide

Discussie....
- kan je samen een probleem op lossen
- je kan je mening vormen over een onderwerp/kwestie
- kan er voor zorgen dat je zelf van mening verandert


Blz. 139 opdr. 1

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


1. Je krijgt vijf minuten de tijd om opdracht 1 te maken.
2. Bespreek met zijn vieren de antwoorden.
3. Bespreek het met de hele klas.

Slide 5 - Tekstslide

De Voorzitter
* leid de discussie in: wie zijn de deelnemers en wat is het onderwerp
* geef de sprekers het woord
* Laat elke deelnemer voldoende aan het woord komen
* grijpt in als een spreker afdwaalt van het onderwerp
* Vat af en toe de discussie samen
* Sluit de discussie af, eventueel met een conclusie

Slide 6 - Tekstslide


Discussie voeren
* geef duidelijk je standpunt
* geef kort goede argumenten voor je standpunt
* Spreek rustig en duidelijk
* Kijk en luister aandachtig naar andere sprekers
* Laat anderen uitspreken
* Wanneer je iets wil zeggen, vraag je daarom: 'Ik wil daar graag op reageren'.

Slide 7 - Tekstslide


Discussie voeren
* Reageer op de argumenten van anderen en maak duidelijk waarom je het er wel of niet mee eens bent.

Slide 8 - Tekstslide

Discussie voorbereiden
* Klas wordt in drieen verdeeld
* Groep A, B en C
* Kies in elke groep een voorzitter
* Je krijgt een stelling
* Bereid de stelling voor: bedenk argumenten
tegen en voor (gebruik internet)
* Verdeel de groep in voor- en tegenstanders

Slide 9 - Tekstslide

Discussie voeren
* discussie voeren onder leiding van de voorzitter

* 1 groep observeert de voorzitter m.b.v. de checklist blz. 141
* Ieder lid van de andere groep observeert 1 voorstander of 1 tegenstander m.b.v. de checklist blz. 141

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

hoe vonden we het gaan?

Slide 12 - Woordweb