H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen



1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen



Slide 1 - Tekstslide

Vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: vertrouwen op, beschikken over, zich schamen voor.

Slide 2 - Tekstslide

Vast voorzetsel

De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo'n vast voorzetsel bij staat.

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetseluitdrukkingen
Voorzetseluitdrukkingen zijn woordcombinaties die je kunt vervangen door één woord.

Bekijk de volgende voorbeelden maar eens.

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetseluitdrukkingen
in het kader van
met betrekking tot
door middel van
ten aanzien van
ten gevolge van
op grond van
in verband met
in het licht van het feit

Slide 5 - Tekstslide

Vul het vaste voorzetsel in de volgende zin in: Na afloop........van de les moet ik direct naar huis.
A
met
B
door
C
achter
D
van

Slide 6 - Quizvraag

Welk woordenrijtje bestaat alleen uit voorzetsels?
A
in - uit - naast - de - tijdens
B
voor - achter - pizza - bij - tussen
C
onder - achter - met - tegen - tijdens
D
een - in - tussen - de - van - op

Slide 7 - Quizvraag

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord: bestaan?
A
met
B
in
C
uit
D
van

Slide 8 - Quizvraag

Vul het vaste voorzetsel in de volgende zin in: Na afloop........van de les moet ik direct naar huis.
A
met
B
door
C
achter
D
van

Slide 9 - Quizvraag

In de stad ben ik van hot naar her gelopen om die leuke broek te kopen. Hoeveel voorzetsels zitten er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel voorzetsels zie je staan?
Op, onder, mooie, in, gele, per, paarse, auto, de, lieve, voor.
A
7
B
5
C
8
D
6

Slide 11 - Quizvraag

Maak nu de vragen in je boek.
Hoofdstuk 4
Woordenschat - opdr. 1 t/m 6
Blz. 143 t/m 145

Slide 12 - Tekstslide