03_02_voorbereiding_grammatica_toets

Les 1: Voorbereiding grammatica toets
1. bezittelijk voornaamwoord

2. regelmatige werkwoorden

3. onregelmatige werkwoorden: ser, estar, tener, ir

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1: Voorbereiding grammatica toets
1. bezittelijk voornaamwoord

2. regelmatige werkwoorden

3. onregelmatige werkwoorden: ser, estar, tener, ir

Slide 1 - Tekstslide

1. Bezittelijk voornaamwoord

Mijn hond / mijn honden
Jouw hond / jouw honden
Zijn-haar hond / zijn-haar honden

Onze hond / onze honden
Jullie hond / jullie honden
Hun hond / hun honden

1. Pronombre posesivo

Mi perro / mis perros
Tu perro / tus perros
Su perro / sus perros

Nuestro perro / nuestros perros
Vuestro perro / vuestros perros
Su perro/ sus perros

Slide 2 - Tekstslide

En la casa de ..... padres no nos quitamos los zapatos? (mijn)
A
mi
B
mis
C
su
D
sus

Slide 3 - Quizvraag

Pablo lleva ...... nueva camisa.
A
mi
B
tu
C
su
D
nuestra

Slide 4 - Quizvraag

¿Dónde compráis ............ camisetas? (jullie)
A
nuestro
B
nuestras
C
vuestros
D
vuestras

Slide 5 - Quizvraag

¿Bailas en ....... tacones? (jouw)
A
mis
B
tus
C
sus
D
vuestros

Slide 6 - Quizvraag

¿Qué es ......... talla? (onze)
A
su
B
nuestro
C
nuestra
D
vuestra

Slide 7 - Quizvraag

Ik trek mijn schoenen aan.

Slide 8 - Open vraag

Wat is hun stijl?

Slide 9 - Open vraag

Wat is haar favoriete kleur?

Slide 10 - Open vraag

Waar is mijn riem?

Slide 11 - Open vraag

Regelmatige werkwoorden op -ar

-o
-as
-a
-amos
-áis
-an
Regelmatige werkwoorden op -er

-o
-es
-e
-emos
-éis
-en

Slide 12 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden op -ir

-o
-es
-e
-imos
-ís
en

Slide 13 - Tekstslide

¿A qué hora ........? (eten wij)
A
come
B
comemos
C
coméis
D
comen

Slide 14 - Quizvraag

Hoy Mario ......... unos pantalones azules (draagt)
A
llevo
B
llevas
C
lleva
D
llevan

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Les 2: Objetivo de la clase

Ik begrijp de bezittelijk voornaamwoorden, het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd en de onregelmatige werkwoorden ir, ser, estar en tener en kan dit verwerken in grammaticaal correcte zinnen. 

Slide 17 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden SER
Yo soy
Tú eres
Él, ella, usted es
Nosotros somos
Vosotros sois
Ellos, ellas son

Slide 18 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden ESTAR
Yo estoy
Tú estás
Él, ella, usted está
Nosotros estamos
Vosotros estáis
Ellos, ellas están

Slide 19 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden TENER (ie)
Yo tengo
Tú tienes
Él, ella, usted tiene
Nosotros tenemos
Vosotros tenéis
Ellos, ellas tienen

Slide 20 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden IR
Yo voy
Tú vas
Él, ella, usted va
Nosotros vamos
Vosotros vais
Ellos van

Slide 21 - Tekstslide

Nosotros no ............ dinero para las vacaciones. (hebben)
A
estamos
B
tenemos
C
son
D
vamos

Slide 22 - Quizvraag

Mi abuelo ....... muy gracioso. (zijn)
A
es
B
tiene
C
está
D
eres

Slide 23 - Quizvraag

¿A qué hora ............... vosotros a la playa? (gaan)
A
van
B
estáis
C
vais
D
tenéis

Slide 24 - Quizvraag

Yo nunca .......... a los supermercados grandes. (gaan)
A
soy
B
estoy
C
va
D
voy

Slide 25 - Quizvraag

Mi gato ........... muerto. (zijn)
A
estáis
B
es
C
está
D
tiene

Slide 26 - Quizvraag

Mis profesores ........... duros. (zijn)
A
son
B
estamos
C
estáis
D
somos

Slide 27 - Quizvraag

.............. las doce y media de la tarde. (zijn)
A
es
B
son
C
está
D
tiene

Slide 28 - Quizvraag

Mi padre ............... en el banco. (zijn)
A
es
B
tiene
C
estás
D
está

Slide 29 - Quizvraag

¿Vosotros.............. mucha familia? (hebben)
A
tenemos
B
tenéis
C
somos
D
estáis

Slide 30 - Quizvraag