V5 beschouwing algemeen
1 / 17
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een beschouwing?
A
Een tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Een tekst waarin iemand je probeert over te halen om iets te doen
C
Een tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Een tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het doel van een beschouwing?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
amuseren
Slide 4 - Quizvraag
Wat bevat een beschouwing veelal?
A
feiten
B
meningen
C
argumenten
D
de mening van de schrijver
Slide 5 - Quizvraag
A
wel beschouwend
B
niet beschouwend
Slide 6 - Quizvraag
Welke structuur heeft een beschouwing NOOIT?
A
argumentatie-
structuur
B
verklaring-
structuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur
Slide 7 - Quizvraag
Welke structuur is het meest voor de hand liggend voor een beschouwing?
A
argumentatie-
structuur
B
verklaring-
structuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur
Slide 8 - Quizvraag
Is een beschouwing subjectief of objectief?
A
subjectief
B
objectief
Slide 9 - Quizvraag
Wat hoort NIET thuis in de inleiding van een beschouwing?
A
een centrale vraag
B
een moeilijk probleem
C
een stelling
D
een mening
Slide 10 - Quizvraag
Wat hoort WEL thuis in de inleiding van een beschouwing?
A
een centrale vraag
B
een moeilijk probleem
C
een stelling
D
een mening
Slide 11 - Quizvraag
Wat ga je in de kern van een beschouwing vinden?
A
meningen
B
feiten
C
voor- en nadelen
D
drogredenen
Slide 12 - Quizvraag
ten eerste..., daarnaast...., daar staat tegenover dat...
Waar zijn dit passende signaalwoorden voor?
Waar zijn dit passende signaalwoorden voor?
A
het slot
B
de kern
C
de inleiding
Slide 13 - Quizvraag
Is het slot van een beschouwing open of gesloten?
A
open
B
gesloten
Slide 14 - Quizvraag
Wat staat NIET in het slot van een beschouwing?
A
een conclusie
B
herhaling vraagstelling
C
een uitsmijter
D
een samenvatting
Slide 15 - Quizvraag
Wat staat er WEL in het slot van een beschouwing?
A
hypothese
B
oplossing
C
afweging
D
aanleiding
