Big cities.

Mulderij? Wie is dat?


- Docent aardrijkskunde.
- Wielrennen. (topsport)
- Gehandicapt
- Gezelligheid! 
- Mongolië
- Reizen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mulderij? Wie is dat?


- Docent aardrijkskunde.
- Wielrennen. (topsport)
- Gehandicapt
- Gezelligheid! 
- Mongolië
- Reizen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 

Kort voorstellen
Herhalen
Aan de slag. 
Je weet: 
1. Wat de kenmerken van de stad zijn. 
2. Wat het verschil is tussen een wereldstad en een megastad. 


Je begrijpt: 
Het verschil tussen een primate city en een stedelijk netwerk. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een stad? Noem de 4 kenmerken van een stad.

Slide 3 - Open vraag

Wanneer spreek je van een megastad?
A
meer dan 1 miljoen inwoners
B
Meer dan 5 miljoen inwoners
C
Meer dan 20 miljoen inwoners
D
Meer dan 10 miljoen inwoners

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een wereldstad dan?

Slide 5 - Open vraag

Steden
het kan zijn dat een stad zoals Londen onder alle 3 de types vallen. 

Londen is bijvoorbeeld een megastad, een wereldstad en de hoofdstad. 

Slide 6 - Tekstslide

Parijs
Is een primate city met 11,2 miljoen inwoners. 

2de stad van Frankrijk is Lyon met 1,7 miljoen inwoners. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe verklaar je de spreiding van de steden in een land? 
2 kenmerken. 

Site
Kenmerken van het gebied waar een stad ligt. Bijvoorbeeld een vlak en vruchtbaar gebied. 
Situation
Kenmerken van de ligging van een plaats t.o.v andere plaatsen. Bijvoorbeeld: Gunstige ligging van Parijs, deze gunstige ligging heb je niet in het Noorden van Noorwegen. 

Slide 8 - Tekstslide

Koloniale dubbelstad

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga aan de slag met: Het afmaken van paragraaf 3. 

Klaar hiermee? 

maak een begin aan paragraaf 4 (opdracht 1 t/m 4). 

Slide 10 - Tekstslide