P6, les 2 - NED SPR/GESPR 2F+3F

Periode 6, les 2 (NED 2F+3F)

Hoofdstuk 3: Gesprekken
§ 3.1 Sociaal-communicatieve vaardigheden 
§ 3.2 Non-verbale communicatie 
Online terug te vinden onder het kopje ‘Spre3’.


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Periode 6, les 2 (NED 2F+3F)

Hoofdstuk 3: Gesprekken
§ 3.1 Sociaal-communicatieve vaardigheden 
§ 3.2 Non-verbale communicatie 
Online terug te vinden onder het kopje ‘Spre3’.


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen: 
§ 3.1 - Je gebruikt sociaal-communicatieve vaardigheden in gesprekken met anderen.

§ 3.2 - Je bent je bewust van het belang van non-verbale communicatie in gesprekken.



    

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij al over
'gesprekken voeren'?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Heb je net goed opgelet tijdens de uitleg van de theorie?
Laten we dat eens controleren!

Beantwoord de volgende 5 vragen zo goed en snel mogelijk.
Succes!


    

Slide 10 - Tekstslide

1. Hoe toon je respect voor je gesprekspartner?
timer
1:00
A
"Hoi" en "Doei" zeggen.
B
Iemand aanspreken met "Hé, hallo?"
C
U-zeggen
D
Geen oogcontact maken tijdens het gesprek.

Slide 11 - Quizvraag

2. Wat is géén voorbeeld van
non-verbale communicatie?
timer
1:00
A
Je lichaamshouding
B
Je gebaren
C
Wat je zegt.
D
je gezichtsuitdrukking

Slide 12 - Quizvraag

3. Waar moet je extra op letten
bij een zakelijk gesprek?
timer
1:00
A
Iemand niet aankijken wanneer hij/zij spreekt.
B
Iemand onderbreken als hij/zij aan het woord is.
C
Wilde gebaren maken.
D
Er netjes en verzorgd uitzien.

Slide 13 - Quizvraag

4. Wat is 'intonatie'?
timer
1:00
A
Hoe je iets zegt.
B
Wat je zegt.
C
Oogcontact maken.
D
Een logische volgorde aanhouden.

Slide 14 - Quizvraag

5. Voor hoeveel procent bepaalt
non-verbale communicatie hoe
je boodschap overkomt?
timer
1:00
A
Voor meer dan 60 procent.
B
Voor meer dan 70 procent.
C
Voor meer dan 80 procent.
D
Voor meer dan 90 procent.

Slide 15 - Quizvraag

Maak de volgende opdrachten op je Nu Nederlands online licentie (tabblad SPR3):
 
2F – Spr/gespr 3.1 Opdracht 1                        2F – Spr/gespr 3.1 Opdracht 2                         
2F – Spr/gespr 3.2 Opdracht 1                       2F – Spr/gespr 3.2 Opdracht 2




    
2F niveau

Slide 16 - Tekstslide

Maak de volgende opdrachten op je Nu Nederlands online licentie (tabblad SPR3):
 
3F – Spr/gespr 3.1 Opdracht 1                        3F – Spr/gespr 3.1 Opdracht 2                         
3F – Spr/gespr 3.2 Opdracht 1                       3F – Spr/gespr 3.2 Extra opdracht 1




    
3F niveau

Slide 17 - Tekstslide

Extra opdracht om te oefenen:
* Kies een situatie hiernaast. 
* Verdeel de rollen
* Speel de situatie in 2 minuten uit. 
* Werk in drietallen. 
 
Degene die niet speelt, observeert welke invloed 
de non-verbale communicatie heeft in het spel.
Kortom, hij/zij kijkt naar de houding, gebaren en 
gezichtsuitdrukkingen van de twee spelers. 
Hij/zij geeft daarna iedere speler 1 tip en 1 top.

Slide 18 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
Hierna volgen er een aantal stellingen.
Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.
Er is geen goed of fout antwoord. 

Slide 19 - Tekstslide

De uitleg van deze les
was duidelijk voor mij.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 20 - Poll

Ik ben deze les actief bezig geweest.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 21 - Poll

Ik weet wat ik nu verder nog
moet doen en/of afmaken voor deze les.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 22 - Poll

Ik heb op dit moment geen vragen meer
over deze les.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 23 - Poll

Extra oefenen:

* Ben je snel zenuwachtig?
Observeer je eigen ademhaling door met pen of potlood je eigen ademhalingspatroon te volgen.
Gebruik een vel papier en zet je timer op 2 minuten.
Wanneer je inademt, beweeg je je hand omhoog.
Wanneer je uitademt, ga je weer omlaag. 
Je ogen mogen open of gesloten zijn, dat bepaal je zelf.
Kom je aan het einde van je papier, ga dan weer naar de linkerkant en teken verder.
Let op: laat je ademhaling gewoon 'zijn', beïnvloedt hem dus niet!
Het aantal toppen laat zien hoe vaak je hebt adem gehaald. In rust is 6-8 keer per minuut voldoende.

Slide 24 - Tekstslide

Extra oefenen (Tongbrekers):
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar. 

Slide 25 - Tekstslide

Extra oefenen (Tongbrekers):
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar. 

Slide 26 - Tekstslide

Extra oefenen (Tongbrekers):
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar. 

Slide 27 - Tekstslide