Roos van Leary oefeningen

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeelden in de zorg
Een dame die keihard kan gillen houdt de gemoederen flink bezig. Tijdens de zorgmomenten trillen letterlijk de trommelvliezen door haar gegil.
Ook verwijt ze de medewerkers haar met opzet te bezeren. Dat is niet leuk, omdat je als verzorgende of verpleegkundige juist je best doet om pijn te bestrijden. In het team leeft weerzin tegen deze client. Dit resulteert in een verdedigende houding bij het personeel.


Slide 2 - Tekstslide

Als je naar deze dame toe gaat weet je zeker dat ze klaagt, beschuldigt en schreeuwt. Dat betekent dat het contact vanuit een verdedigende houding plaats vindt. De medewerker wil de zorg uitvoeren en zo snel mogelijk weer weg.

In de roos zit je dan in tegen-onder. Tegen nodigt uit tot tegen gedrag. En onder gedrag lokt boven gedrag uit. Je hoeft maar een blik op de Roos van Leary te werpen om te zien waar de cliënt vast komt te zitten: tegen-boven, oftewel offensief gedrag. Dit betekent harder gillen, heftiger beschuldigen en aandacht opeisen. Dit is een voorbeeld waar betrokkenen elkaar gevangen houden in aanvallen-verdedigen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Roos van Leary in een verpleeghuis
Op de zusterpost zitten vijf collega’s met een kop koffie uit te puffen van de ochtendzorg, tot 10 uur is het spitsuur op de afdeling. De deur gaat open en de zoon van mevrouw De Jong komt binnen. Ria denkt: ‘Nee hè, daar gaan we weer….’. Hans de Jong ziet de collega’s zitten en zegt: “Jullie hebben groot gelijk. Na hard werken even een bakkie.”



Hans vertelt dat hij zijn moeder zometeen meeneemt naar het park. Er is echter een ongelukje gebeurd en ze heeft een vieze jurk. Hans vraagt hoe hij dat het beste op kan lossen, en waar de handdoeken liggen. Kim en Aline kijken elkaar aan en geven een knikje: “Hans, wat leuk dat je mevrouw De Jong meeneemt. Wij helpen je wel even. Dan kan jij op pad. En om half elf pakken wij een verse bak koffie, deze was toch al oud.”

Slide 5 - Tekstslide

In dit voorbeeld stelde Hans zich afhankelijk en vriendelijk op. Onder-samen. Omdat hij het op een vriendelijk manier vertelt, voelen de collega’s de ruimte om in te springen.
Zij gaan helpen, boven-samen. Dit is voorbeeld van het HOE in de communicatie. Daar zijn mensen erg gevoelig voor.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bij de ambulancedienst
Kevin en Johan werken bij het regionale ambulance vervoer. Kevin is de jongste en is zeer gedreven. Johan doet dit werk al 15 jaar met veel plezier en is rustig en duidelijk. Mooi stel.
Bij de diensten in de weekenden hebben de mannen vaak met alcoholgebruik te maken. Johan heeft veel profijt van zijn vaderlijke uitstraling.

Bij incidenten met dronken mensen steekt Johan altijd in met “Kevin en ik zijn hier om je te helpen! Vertel mij heel kort wat er gebeurd is.” Hoe spannend de situatie ook is, Johan glimlacht en maakt contact. Kevin pakt ondertussen als een wervelwind de juiste materialen. Doordat Johan zich als een vriend opstelt en complimentjes geeft blijft hij in contact. Daarna gaat hij steeds meer leiden. Hij heeft credits opgebouwd en vraagt: “Zou je mij willen helpen met…?” Hij verzint een taak, iets vasthouden of halen, zodat zijn gesprekspartner zich met zijn taak gaat bemoeien. “Dankjewel, fijn dat je ons helpt!”

Slide 8 - Tekstslide

Johan weet dat hij in boven-samen het meest gedaan krijgt. Met zachte hand leidt hij in iedere situatie. Er wordt niemand aan de kant geduwd. Iedereen is belangrijk. Hij straalt natuurlijk leiderschap uit. Dit nodigt de omstanders uit om te helpen. Zij zijn met z’n allen een tijdelijk team.

Slide 9 - Tekstslide

#1 In de kantine ontstaat het idee om een teamuitje te organiseren. Jij als gemotiveerd teamlid neemt de volgende dag het initiatief om een meeting in te plannen om de opties te bespreken. De rest van het team stemt hiermee in en wacht op de datum die jij prikt.
#2 Je hebt stress omdat je tegen een deadline aanzit om een project af te krijgen. Je komt er niet uit en vraagt hulp en uit dit emotioneel tegen een teamgenoot. Deze pept je op en antwoord met: “Kom op je kunt het wel, we gaan dit samen doen. Doe jij dit, dan begin ik met dit deel.”.
#3 Je zit nietsvermoedend aan je bureau te werken wanneer je plots wordt geconfronteerd met een boze teamgenoot. “Waarom heb jij die brief niet op de post gedaan? Dit moest nodig gebeuren!”. Je zoekt snel naar een antwoord en zegt dat je later op de dag van plan was.
#4 Een collega van je klaagt de hele dag door al steen en been over het vervelende werk, het weer, de situatie thuis en zijn schoonmoeder. Op een gegeven moment ben je het helemaal beu. Je flapt uit “Als je zo blijft zeuren ga je maar ergens anders zitten om iemand anders zijn dag te verpesten.”.
#1 In de kantine ontstaat het idee om een teamuitje te organiseren. Jij als gemotiveerd teamlid neemt de volgende dag het initiatief om een meeting in te plannen om de opties te bespreken. De rest van het team stemt hiermee in en wacht op de datum die jij prikt.  

#2 Je hebt stress omdat je tegen een deadline aanzit om een project af te krijgen. Je komt er niet uit en vraagt hulp en uit dit emotioneel tegen een teamgenoot. Deze pept je op en antwoord met: “Kom op je kunt het wel, we gaan dit samen doen. Doe jij dit, dan begin ik met dit deel.”.







Slide 10 - Tekstslide

#1 In de kantine ontstaat het idee om een teamuitje te organiseren. Jij als gemotiveerd teamlid neemt de volgende dag het initiatief om een meeting in te plannen om de opties te bespreken. De rest van het team stemt hiermee in en wacht op de datum die jij prikt.
#2 Je hebt stress omdat je tegen een deadline aanzit om een project af te krijgen. Je komt er niet uit en vraagt hulp en uit dit emotioneel tegen een teamgenoot. Deze pept je op en antwoord met: “Kom op je kunt het wel, we gaan dit samen doen. Doe jij dit, dan begin ik met dit deel.”.
#3 Je zit nietsvermoedend aan je bureau te werken wanneer je plots wordt geconfronteerd met een boze teamgenoot. “Waarom heb jij die brief niet op de post gedaan? Dit moest nodig gebeuren!”. Je zoekt snel naar een antwoord en zegt dat je later op de dag van plan was.
#4 Een collega van je klaagt de hele dag door al steen en been over het vervelende werk, het weer, de situatie thuis en zijn schoonmoeder. Op een gegeven moment ben je het helemaal beu. Je flapt uit “Als je zo blijft zeuren ga je maar ergens anders zitten om iemand anders zijn dag te verpesten.”.
#3 Je zit nietsvermoedend aan je bureau te werken wanneer je plots wordt geconfronteerd met een boze teamgenoot. “Waarom heb jij die brief niet op de post gedaan? Dit moest nodig gebeuren!”. Je zoekt snel naar een antwoord en zegt dat je later op de dag van plan was.

#4 Een collega van je klaagt de hele dag door al steen en been over het vervelende werk, het weer, de situatie thuis en zijn schoonmoeder. Op een gegeven moment ben je het helemaal beu. Je flapt uit “Als je zo blijft zeuren ga je maar ergens anders zitten om iemand anders zijn dag te verpesten.”.

Slide 11 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze