woordenschat taal actief groep 5 thema 3

Deze meneer is...
A
bezorgd
B
droevig
C
opgelucht
D
uitgelaten
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Deze meneer is...
A
bezorgd
B
droevig
C
opgelucht
D
uitgelaten

Slide 1 - Quizvraag

Deze mevrouw is..
A
bezorgd
B
droevig
C
opgelucht
D
uitgelaten

Slide 2 - Quizvraag

Deze mevrouw is..
A
bezorgd
B
droevig
C
opgelucht
D
uitgelaten

Slide 3 - Quizvraag

Deze meneer is...
A
bezorgd
B
droevig
C
opgelucht
D
uitgelaten

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent: dat valt vies tegen?
A
Minder leuk dan je had verwacht.
B
Minder scherp dan je had verwacht
C
Dat stinkt enorm.
D
Dat is heel vies.

Slide 5 - Quizvraag

Deze mensen zijn.....
A
in een attractiepark
B
bij een douane
C
staan in de fik
D
op een excursie

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor attractie zie je hier?
A
achtbaan
B
spiegelpaleis
C
wildwaterbaan
D
zweefmolen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor diverse?
A
bijzondere
B
gekke
C
verschillende
D
spannende

Slide 8 - Quizvraag

Welke uitdrukking past bij:

Het ging steeds harder regenen.
A
Het werd van kwaad tot erger.
B
Kattenkwaad uithalen.
C
Geen vlieg kwaad doen.
D
Goedschiks of kwaadschiks

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor tevreden?
A
voldaan
B
geweldig
C
uitgerust
D
vervelend

Slide 10 - Quizvraag