Geschiedenis slavernij

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 8

De slavernij

Begrippen:

WIC, slaven, Curaçao, Suriname, kolonie, plantage, lijfstraf, Tula, Afschaffing

Wat weet jij al van de slavernij?

Waar het allemaal begon...

20 maart 1602

Monopolie op handel Azië.

3 juni 1621

Monopolie op slavenhandel.

De WIC...

De West Indische Compagnie

De reis van een slaaf...

Fort Elmina

Fort Elmina was van de Portugezen, maar de kooplieden van de WIC hadden dit fort veroverd en gebruikte het als slavenfort.

Soms moesten slaven wel weken wachten op Fort Elmina. Een schip vertrok pas als er 500 slaven waren.

Slaven zaten met kettingen aan elkaar vast, kregen weinig eten en drinken en de reis duurde wekenlang.

Na een lange reis kwamen de slaven aan bij een fort op Curacao. Curacao was een kolonie van Nederland.

Eenmaal in Suriname moesten de slaven werken op plantages voor rietsuiker en tabak. Suriname was net zoals Curacao een kolonie van Nederland.

Waarin handelde de kooplieden van de WIC vooral?

1. Slaven
2. Rietsuiker
3. Tabak
4. Specerijen

Wat deden de kooplieden van de WIC in Afrika?

1. Slaven verkopen.
2. Rietsuiker en tabak kopen.
3. Rietsuiker en tabak verkopen.
4. Slaven kopen.

Wat deden de kooplieden van de WIC in Zuid-Amerika?

1. Slaven verkopen.
2. Rietsuiker en tabak kopen.
3. Rietsuiker en tabak verkopen.
4. Slaven kopen.

Het leven op een plantage...

In 1750 waren er in de kolonie Suriname meer dan 600 boerenbedrijven waar  50.000 slaven werkten.

De planter leefde in prachtige grote huizen.

De slaven leefden bij elkaar achter de velden in kleine hutjes.

Leven op een plantage was erg zwaar. De slaven moesten keihard werken en werden slecht behandeld.

Het werk op een plantage...

Veldslaaf	Fabrieksslaaf	Huisslaaf
Deden al het werk op de plantage: planten, onkruid wieden en oogsten.	Deden al het werk in de fabriek: rietstengels koken en vuur onder de ketels laten branden.	Deden huishoudelijke taken.
	Veel ongelukken!	Kregen goed te eten en mooie kleding.
		Nene: slaaf die op kinderen van planter past.
		Foetoeboy: jonge slaaf die klusjes deed voor planter.

Hoe heet de eigenaar van een plantage?

Welke 3 soorten slaven zijn er?

1. Fabrieksslaaf, huisslaaf en planter.
2. Huisslaaf, veldslaaf en nene.
3. Nene, foetoeboy en huisslaaf.
4. Fabrieksslaaf, huisslaaf en veldslaaf.

Een hard leven...

Waarom kreeg een slaaf een brandmerk?

1. Zo kon iedereen zien dat jij slaaf was.
2. Zo kon iedereen zien van welke planter je was.
3. Zo kon iedereen zien dat jij probeerde te vluchten.
4. Zo kon iedereen zien dat jij vrij was.

Verzet!

Tula

17 augustus 1795

Opstand

1863 afschaffing

Slavernij...

Wat wil je nog meer weten?