Reactievergelijkingen kloppend maken 3mavo

Wat leer je deze les?
  1. Wat een molecuulformule is
  2. Wat kloppend maken is
  3. Hoe je moet kloppend maken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat leer je deze les?
  1. Wat een molecuulformule is
  2. Wat kloppend maken is
  3. Hoe je moet kloppend maken

Slide 1 - Tekstslide

Molecuulformule
  1. Symbolen van de atoomsoorten in het molecuul (blz 146)
  2. De index geeft aan hoeveel er van iedere  atoomsoort inzit.
  3. Het getal 1 mag je weglaten.
  4. Voorbeeld:  H2SO4 bevat 2 H-atomen, 1 S-atoom en
    4 O-atomen
  5. De coëfficiënt geeft aan hoeveel moleculen er zijn. 
  6. Bijvoorbeeld 3 H2SO4

Slide 2 - Tekstslide

Regels kloppend maken
- Voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn 
- De index mag je NOOIT veranderen 
- Je mag alleen de coëfficiënt veranderen. Die moet zo klein mogelijk zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

VOORBEELD
1 H2 + 1 O2 --> 1 H2O
uitwerking op bord
 

Slide 4 - Tekstslide

VOORBEELD
P   +    O2  -->  P2O3
uitwerking op bord

Slide 5 - Tekstslide

VOORBEELD
NaCl -->  Na   +   Cl2
uitwerking op bord

Slide 6 - Tekstslide

Welke getallen mag je aanpassen om een reactievergelijking kloppend te maken?
A
De coefficienten
B
De index
C
De coefficienten en de index
D
De coefficienten en de index van de producten

Slide 7 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Wat staat er voor de K als de reactievergelijking kloppend is gemaakt?
Tip: maak eerst het O kloppend

K + O2 --> K2O
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

H kloppend maken
Welke coëfficiënt komt er voor H2O te staan?
1 C4H10 (g) + ... O2 (g) --> 4 CO2 (g) + ... H2O (g)
A
1
B
5
C
10
D
geen idee

Slide 10 - Quizvraag

4. Je kunt een reactievergelijking kloppend maken door de juiste coëfficiënten in te vullen


A
Helemaal mee eens
B
Mee eens
C
Mee oneens
D
Helemaal mee oneens

Slide 11 - Quizvraag

Wat moet er voor CO2 staan om de reactie kloppend te maken?

C6H12O6(s)+6O2(g)6H2O(g)+....CO2(g)
A
12
B
6
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Om zuurstof kloppend te maken:
Wat moet het coëfficiënt worden voor de reactie?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

... C5H12 + ... O2 --> ... CO2 + ... H2O
A
1.5.6.8.
B
1.8.5.6.
C
2.8.10.6.
D
Geen idee

Slide 14 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

... AgCl --> ... Ag + ... Cl2
A
2 / 1 / 1
B
4 / 4 / 2
C
2 / 2 / 1
D
1 / 1 / 1

Slide 16 - Quizvraag

Welke coefficienten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl2....PCl5
A
1 / 2 / 5
B
2 / 5 / 2
C
2 / 2 / 5
D
1 / 5 / 2

Slide 17 - Quizvraag

Maak de onderstaande reactievergelijking kloppend:
...H2S(g)+...O2(g)>...H2O(l)+...SO2(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-2-1
D
2-3-2-2

Slide 18 - Quizvraag

Welke coëfficiënten moet je invullen om de vergelijking kloppend te maken?

....H2O+....F2....HF+....O2
A
1 - 1 - 2 - 1
B
2 - 2 - 2 - 1
C
2 - 2 - 4 - 2
D
2 - 2 - 4 - 1

Slide 19 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

... CH4 + ... O2 --> ... CO2 + ... H2O
A
1.1.1.2.
B
2.4.2.4.
C
1.3.1.2.
D
1.2.1.2.

Slide 20 - Quizvraag