Quiz - voorbereiding toets

• Nwederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Quiz - voorbereiding toets

Wat zit er in de toets?

Onderdeel 1 - belangrijke woorden

Onderdeel 2 - spelling en grammatica

Onderdeel 3 - lezen

Onderdeel 4 - schrijven

Onderdeel 5 - luisteren

Eva bestelde een kleine.....maar het bleek alsnog te veel te zijn.

1. consumeren
2. portie
3. vegetarisch
4. hygiënisch

Voordat je gaat koken, is het.......om eerst je handen te wassen.

1. vegetarisch
2. variëren
3. hygiënisch
4. kwaliteit

Mijn vriend wil geen dieren eten, dus hij eet....

1. vegetarisch
2. kwaliteit
3. consumeren
4. portie

Maak een zin met het woord: bereiden.

Maak een zin met het woord: etiket.

Maak een zin met het woord: variëren.

Wat is de stam van: persen.

Wat is de stam van: verhuizen.

Wat is de stam van: beven.

Hij.......(gaan) zo boodschappen doen op de markt.

1. ging
2. gaat
3. gaan

Ik..........(loop) straks even naar de supermarkt.

1. loop
2. liep

Toen mijn moeder op vakantie ging,.................(nemen) ze koffie en broodjes mee voor onderweg.

1. neemde
2. neem
3. nam
4. namde

Het vuur onder de pan.........branden) laag, dus ik kon wel even weg.

1. brande
2. brandde
3. branden
4. brandden

Mijn vader..........(betalen) het eten in het restaurant als we daar met mijn verjaardag gaan eten.

1. betaalt
2. betaald

Noem 3 tekstdoelen (minimaal 1)

Noem 3 doe-woorden

Wat is actief luisteren?

Welke 3 luisterdoelen zijn er?