Chapitre 5 les 3

Plan du cours
Lundi le 18 Mars
Révision grammaire
(werkwoorden avoir en etre) 

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plan du cours
Lundi le 18 Mars
Révision grammaire
(werkwoorden avoir en etre) 

Slide 1 - Tekstslide

Les buts
  • Jullie kunnen de rijtjes van être en avoir foutloos opschrijven
  • jullie kunnen de passe compose
  • jullie leren de vocabulaire van hoofdstuk 5
  • jullie hebben daarmee geoefend op slim stampen, quizlet of wrts

Slide 2 - Tekstslide

Etre (zijn)

Je suis
Tu es
Il, elle, on est

nous sommes
vous êtes
ils, elles sont
Avoir (hebben)

J'ai
Tu as
Il, elle, on a

nous avons
vous avez
ils, elles ont

Slide 3 - Tekstslide

passé composé
1- hulpwerkwoord 
(avoir / être)


Slide 4 - Tekstslide

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij zijn
C.  jij/je  hebt
D.  wij/we  zijn
E. jij / je bent
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  es
3.  ils  sont
4.  tu  as
5.  nous  sommes
6.  elle  a

Slide 5 - Sleepvraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. u  heeft
B. zij zijn
C.  ik  ben
D.  men  is / wij hebben
E.  ik  heb
F. jullie  zijn
1.  vous  avez
2.  j' ai
3.  elles  sont
4.  je  suis
5.  on  est
6. vous  êtes

Slide 6 - Sleepvraag

Le passé composé Avoir+Être

Slide 7 - Tekstslide

De passé composé kent twee hulpwerkwoorden. Welke zij dat?
A
Être, Avoir
B
Avoir, Faire
C
Aller, Faire
D
Aller, Être

Slide 8 - Quizvraag

être of avoir?
Werkwoorden die
met être worden
vervoegd:
alle werkwoorden
in het être-huis.

Slide 9 - Tekstslide

Liste de vocabulaire
Vocabulaire hoofdstuk 5
oefen hiermee op slim stampen

Slide 10 - Tekstslide

In de bergen

Slide 11 - Open vraag

skiën

Slide 12 - Open vraag

de mountainbike

Slide 13 - Open vraag

op de camping

Slide 14 - Open vraag

Mettez au passé composé:
elle (arriver)

Slide 15 - Open vraag

nous - chanter

passé composé

Slide 16 - Open vraag

tu - danser

passé composé

Slide 17 - Open vraag

passé composé

nous .... (finir)

Slide 18 - Open vraag

Mettez au passé composé:
ils (faire)

Slide 19 - Open vraag