Nederland in het interbellum

Nederland in het interbellum
Paragraaf 2.4
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederland in het interbellum
Paragraaf 2.4

Slide 1 - Tekstslide

Wat was het interbellum ook alweer?
A
De periode tussen WOI en WOII
B
De crisisjaren van de jaren 30
C
Een andere benaming voor WOI
D
Een andere benaming voor WOII

Slide 2 - Quizvraag

Nederland na WOI
  • Gevolgen: grote vluchtelingenstroom uit België en het Nederlandse leger stond gedurende de gehele WOI paraat, waardoor er een tekort aan arbeiders ontstond
  • Maar dankzij de neutraliteit pakte Nederland zich snel op
  • Vele verwoestingen in buurlanden →
    vraag naar Nederlandse producten
  • Hierdoor was er nauwelijks werkloosheid
    en groeide de welvaart
  • Meer luxegoederen op de markt en
    ontwikkeling luchtvaart

Slide 3 - Tekstslide

Verzuiling
  • In deze jaren kenmerkt NL zich door de verzuiling
  • Opgesplitst in verschillende groepen met een eigen levensbeschouwing
  • Zuilen: katholieken, protestanten, socialisten en liberalen
  • Gescheiden werelden: eigen kranten, vakbonden, ziekenfondsen, scholen, sportclubs en radio-omroepen
  • Een middel om evenwicht te creëren → geen overheersing van één dominante groep

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Waar begon de crisis van de jaren '30?
A
Rusland
B
Nederland
C
Verenigde Staten
D
Duitsland

Slide 6 - Quizvraag

Economische wereldcrisis 

  •  Ook Nederland werd in 1929 getroffen door de beurskrach in NY Wallstreet 
  • De VS heeft veel leningen uitstaan in Europa en eist het geld plots terug
  • Landen om ons heen beschermen de eigen economie door handelsbeperkingen
  • Industrie en landbouw krijgen met deze maatregelen te maken
  • De productie en handel dalen en de werkloosheid schiet omhoog → 300.000 werklozen

Slide 7 - Tekstslide

Werkeloosheid in Nederland
  • Werklozen kregen een uitkering 
  • Regering besluit een strenge controle op zwartwerken
  • 2x per dag naar het stempellokaal om een kaart te laten stempelen 
  • Zo wist de regering dat je niet stiekem bij iemand anders aan het werk was
  • Er werden projecten georganiseerd om werklozen een nuttige tijdsbesteding te geven → werkverschaffing

Slide 8 - Tekstslide

Colijn
  • In 1933 ging Hendrik Colijn de regering leiden (leider van de protestantse ARP) → hij mocht bepalen hoe we die crisis moesten doorkomen
  • Deze nieuwe minister-president vond dat je in crisistijd niet meer moest uitgeven dan dat er binnenkwam
  • De overheid moest zich aanpassen aan de teruglopende economie

Slide 9 - Tekstslide

De aanpassingspolitiek
  • Zo ontstond de aanpassingspolitiek, waarbij het vooral draait om bezuinigen
  • In 1934 werden de werkloosheidsuitkeringen en de salarissen van ambtenaren verlaagd
  • Vooral arme mensen de dupe
  • Weinig verbetering; problemen alleen maar erger → 630.000 werklozen
  • Toenemende kritiek → Jordaanoproer 1934
  • Toch had dit weinig effect op Colijn en vertrouwden veel mensen hem nog steeds 

Slide 10 - Tekstslide

Einde crisis
  • Pas vanaf 1936 leefde de economie weer op
  • Oorzaak: Colijn besloot, na aandringen, om De Gouden Standaard toch los te laten

De Gouden Standaard:
  • Waarde van munten was gekoppeld aan goud
  • Andere landen lieten deze standaard los →
     producten werden goedkoper
  • Nederlandse producten bleven juist duur
  • Door loslaten steeg de economie meteen


Slide 11 - Tekstslide

De afbeelding hiernaast is een goed voorbeeld van verzuiling?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Koppel het begrip aan de juiste afbeelding
Stempelen
Beurskrach
Werkverschaffing
Aanpassings-
politiek

Slide 13 - Sleepvraag

Wat hield de aanpassingspolitiek van Hendrik Colijn in?
A
Hierdoor probeerde hij de nieuwe minister-president te worden
B
Hierdoor werd er bezuinigd op uitkeringen en ambtenarensalarissen
C
Hierdoor werd er een wereldwijd vredescontact gesloten
D
Hierdoor werd er geld geleend van de Verenigde Staten

Slide 14 - Quizvraag

Wat was de grootste oorzaak voor de weer opbloeiende economie
van Nederland in 1936?
A
De economische bloei in de Verenigde Staten
B
De Aanpassingspolitiek van Colijn
C
Het loslaten van de Gouden Standaard
D
De Jordaanoproer

Slide 15 - Quizvraag