- socialezekerheidsrecht - Bijstand, wsw, wajong

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
SociaalzekerheidsrechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag de bijstandsuitkering
  • we gaan oefenen met de bijstand aan de hand van enkele oefenvragen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de bijstandsuitkering uit de Participatiewet is een..
A
volksverzekering
B
werknemersverzekering
C
sociale voorziening

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke instantie is belast met de uitvoering van de bijstandsuitkering?
A
UWV
B
SVB
C
Gemeente
D
Belastingdienst

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oefenen over recht en hoogte
Het recht op algemene bijstand en de hoogte van de uitkering hangt af van:
- evt inkomsten
- evt aanwezig vermogen
- de samenstelling van het huishouden
- evt kostendelers

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt door de gemeente naar gekeken bij de vraag of je recht hebt op een bijstandsuitkering?
A
vrijwel alle inkomsten, ook van partner
B
vermogen
C
beiden, dus zowel inkomen als vermogen ook van de partner
D
geen van beiden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke inkomsten tellen niet mee bij het bepalen van het recht en/of hoogte van de bijstandsuitkering?
A
alimentatie
B
zorgtoeslag
C
inkomsten uit arbeid
D
inkomsten uit commercieel kamerverhuur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Of je recht hebt op een bijstandsuitkering hangt ook af van de hoogte van je vermogen. Heeft Henk die alleen woont recht op een uitkering als hij 8000 euro op de bank heeft staan?

Slide 15 - Open vraag

nee, want meer dan 6225
Henk heeft een minderjarige dochter die bij hem komt wonen. Hij heeft nog steeds 8000 euro. Maakt de veranderde gezinssituatie iets uit voor zijn recht op een uitkering?

Slide 16 - Open vraag

ja, nu wel, want hij zit nu wel onder de norm voor eenoudergezin
Henk is gaan samenwonen en heeft nog steeds 8000 euro. Zijn vriendin die ook geen inkomen heeft, heeft 4000 euro aan vermogen. Hebben ze nu samen recht op een uitkering?

Slide 17 - Open vraag

ja, want minder dan 12.450
Henk en zijn vriendin krijgen een extra bewoner, namelijk de vriend van Henk die is gescheiden en nergens heen kan. Wat wordt nu bij hun het % van de bijstandsnorm p.p.?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoogte van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande?
A
1651,12
B
1155,79
C
825,56

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een alleenstaande van 45 jaar ontvangt:
A
100% van het netto minimumloon
B
50% van het netto minimumloon
C
70% van het netto minimumloon
D
ongeveer 43% van het netto minimumloon

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een alleenstaande ouder met twee kinderen ontvangt:
A
100% van het netto minimumloon
B
50% van het netto minimumloon
C
70% van het netto minimumloon

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een echtpaar van wie één van de partners € 600,00 netto per maand verdient, ontvangt:
A
Aanvulling tot 100% vh netto minimumloon
B
70% van het netto minimumloon
C
50% van het netto minimumloon
D
geen bijstand

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

jan en marie hebben een zoon van 28 die weer thuis woont met zijn vriendin van 29. Jan en marie hebben geen inkomen en vermogen. wat krijgen zij per persoon aan % van het netto minimumloon?
A
70
B
50
C
43,33
D
40

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

jan en marie hebben een zoon van 28 die weer thuis woont. Jan en marie hebben geen inkomen en vermogen. Naast hun zoon en vriendin, komt ook hun andere zoon van 30 jaar oud komen ook thuis wonen. wat krijgen zij per persoon aan % van het netto minimumloon?
A
38
B
50
C
43,33
D
40

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lieke verdient € 1.750,00 per maand. Zij gaat met haar vriend samenwonen die een bijstandsuitkering heeft. Wat zijn de gevolgen van het samenwonen voor Lieke en haar vriend?
A
Geen, het inkomen van Lieke is laag genoeg
B
Zijn recht op bijstand stopt; ze verdient teveel
C
Lieke ontvangt ook bijstand als ze gaan samenwonen
D
Zijn bijstandsuitkering wordt lager

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Introductie oefenen bijzondere bijstand
Je hebt niet alleen algemene bijstand waarbij je maandelijks een uitkering krijgt omdat je onvoldoende inkomen en vermogen hebt, maar er is ook de mogelijkheid op bijzondere bijstand. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene bijstand
Bijzondere bijstand
een inkomen onder het bestaansminimum
Vervanging van vloerbedekking wegens stofallergie kind
Lidmaatschap voetbalclub kind
Kosten bij een verhuizing

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marja heeft een ongeluk gehad en heeft hierdoor onvoorziene kosten gehad voor haar herstel. Zij heeft namelijk veel fysiotherapie nodig gehad en krijgt hier een rekening voor a 600,-. Ze kan dit niet zelf betalen. Ze heeft wel een aanvullende zorgverkering die dit kan dekken. Recht op bijzondere bijstand?
A
ja, want onvoorziene en noodzakelijke kosten
B
nee, want ze kan de kosten via haar verzekeraar laten vergoeden

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pim heeft een koelkast en na 15 jaar gaat deze kapot. Hij heeft niks hiervoor opzij gezet al die jaren. Waar heeft hij nu recht op?
A
bijzondere bijstand
B
bijzondere bijstand in de vorm van een lening
C
helemaal niks

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel dat Marja geen bijstandsuitkering heeft, maar ze wel een inkomen heeft gelijk aan de bijstandsnorm. Ze kan haar kosten niet vergoed krijgen, want ze heeft geen aanvullende zorgverzekering. Vermogen heeft ze niet. Kan ze nu toch aankloppen bij de gemeente voor bijzondere bijstand?
A
nee, want dan moet je ook een bijstandsuitkering hebben
B
ja, want voor bijzondere bijstand hangt het af van je vermogen en hoogte inkomen, niet alleen of je een bijstandsuitkering hebt

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WSW en Wajong


We gaan oefenen met de WSW en de Wajong

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De WSW is een..
A
sociale voorziening
B
volksverzekering
C
werknemersverzekering

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Wajong is een..
A
sociale voorziening
B
volksverzekering
C
werknemersverzekering

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door wie wordt de Wajong uitgevoerd?
A
SVB
B
Gemeente
C
UWV
D
Zorgverzekeraar

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor wie is de WSW bedoeld?
A
voor mensen met een arbeidshandicap die wel willen werken, maar hulp nodig hebben daarbij
B
voor alle mensen die geen werk kunnen vinden

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er sinds 2015 nog met de WSW te maken?
A
iedereen, dit is nl niet veranderd ten opzichte van vóór 2015
B
alleen diegenen die een Wsw-dienstverband hadden op 31-12-2014
C
alleen de mensen van wie de gemeente het nog nodig vindt dat ze deze hulp krijgen
D
niemand

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot wanneer kun je maximaal recht hebben op de Wajong-uitkering?
A
tot je 30e
B
tot je 23e
C
tot de AOW-leeftijd
D
tot je overlijdt

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peter is 18 jaar en heeft als gevolg van een ongeluk waarvan hij aan het herstellen is op dit moment nog geen arbeidsvermogen. Heeft hij recht op een Wajong-uitkering?
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maartje is 18 jaar en heeft een lichamelijk handicap waardoor zij een verminderd arbeidsvermogen heeft. Ze heeft geen werk. Heeft zij recht op een Wajong-uitkering?
A
ja
B
nee

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maarten is 18 jaar en heeft een lichamelijke beperking waardoor hij geen arbeidsvermogen heeft en ook geen uitzicht hierop in de toekomst. Heeft hij recht op een Wajong-uitkering?
A
ja
B
nee

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies