wk 4- Thema 5- Therapie vormen en begeleiding

Authentieke situatie- 
De zorgvrager met psychiatrische problematiek
De student:
• Kan een beeld schetsen van de zorgvrager met psychiatrische problematiek
• Kan aangeven wat de DSM V inhoudt en hoe deze gebruikt wordt binnen de psychiatrie
• Kan de psychische functies benoemen en kan voorbeelden geven van het disfunctioneren van psychische functies
• Kan aangeven wat een therapeutische relatie en therapeutisch klimaat inhoudt en kan deze begrippen vertalen naar de eigen BPV-situatie

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Authentieke situatie- 
De zorgvrager met psychiatrische problematiek
De student:
• Kan een beeld schetsen van de zorgvrager met psychiatrische problematiek
• Kan aangeven wat de DSM V inhoudt en hoe deze gebruikt wordt binnen de psychiatrie
• Kan de psychische functies benoemen en kan voorbeelden geven van het disfunctioneren van psychische functies
• Kan aangeven wat een therapeutische relatie en therapeutisch klimaat inhoudt en kan deze begrippen vertalen naar de eigen BPV-situatie

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1
Bekijk zelfstandig thuis onderstaande film en geef antwoorden op onderstaande vragen.

100 dagen in je hoofd
Aflevering 1. De ontmoeting

Tijdens hun eerste stagedagen maken Tim en Nicolaas kennis met de vaak nog raadselachtige cliënten op hun afdeling, maar ook met de do’s en don’ts in het vak. Tim krijgt van zijn begeleiders te horen dat hij wat minder rechtstreekse vragen moet stellen. Nicolaas maakt kennis met Benno, die stemmen hoort van drie zwevende mannen.
1. Wat is kenmerkend voor het beeld wat geschetst wordt van de psychiatrie?
2. Geeft deze film jou een beeld van de psychiatrie wat je verwacht had?
3. Formuleer een stelling n.a.v de film en zet deze stelling in de bijgevoegde padlet- https://padlet.com/vpbol4/r2ve368jbtnmbh2m





Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Opdracht 2- werken in de GGZ
Vorm subgroepen en werk onderstaande opdrachten uit.
  
Om iedereen de zorg te geven die hij nodig heeft, is er veel variatie in instellingen en zorgvormen. Denk maar aan de onderdelen die sinds 2015 de ‘oude’ GGZ-instellingen hebben vervangen en betaald worden vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw, de basisverzekering) en de Wet langdurige zorg (Wlz):
de Specialistische GGZ:
o ambulante zorg
o klinische zorg
o langdurig klinische zorg
de Basis-GGZ
• de POH-GGZ
Geef in eigen woorden weer welke zorg geboden wordt in bovenstaande zorgvormen.


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3- Psychische functies

Mensen die psychiatrische problemen hebben worden vaak beperkt in hun psychische functies.
Psychische functies zijn de functies van de menselijke geest, oftewel al die dingen die we dankzij onze geest kunnen. Ter vergelijking: de functies van een auto zijn al die dingen die we dankzij een auto kunnen, bijvoorbeeld vooruitrijden, achteruitrijden en toeteren.
We kunnen de volgende psychische functies onderscheiden:
1. Bewustzijn
2. Waarneming
3. Geheugen
4. Oriëntatie
5. Denken
6. Gevoelens
7. Willen, driften en motivatie
8. Bewegen en handelen
9. Intelligentie
.
Probeer bij elk van bovenstaande functies een voorbeeld te bedenken van disfunctioneren van deze functie en bedenk bij welk ziektebeeld je dit mogelijk terug ziet.


Slide 5 - Tekstslide

vervolg opdracht 3
In de bijlage psychische functies worden de functies nader toegelicht.
Probeer bij elk van bovenstaande functies een voorbeeld te bedenken van disfunctioneren van deze functie en bedenk bij welk ziektebeeld je dit mogelijk terug ziet.

Slide 6 - Tekstslide

Je loopt 's avonds alleen door het park, je bent een beetje angstig. Plotseling zie je een man staan achter een bosje. Je schrikt. Even later blijkt het een boompje te zijn.

Slide 7 - Open vraag

Je wilt graag je opleiding tot verpleegkundige met succes afsluiten en morgen heb je een belangrijke toets waarvoor je nog veel moet leren. Blijkbaar wil je ook nog iets anders, want je gaat de hele avond uit en tolt pas laat je bed in.

Slide 8 - Open vraag

Uit onderzoek blijkt dat veel automobilisten af en toe slapen op saaie stukken snelweg. Momenteel wordt onderzocht of hierdoor het grote aantal ongelukken op bepaalde delen van de snelwegen verklaard kan worden.

Slide 9 - Open vraag

Opdracht 5- DSM 5
In deze opdracht gaan we ons (opnieuw) verdiepen in de DSM V. Dit is het handboek wat in de psychiatrie gebruikt wordt om diagnoses te stellen.
In thema 5 gaan we dieper in (zoals je in het fijnmazige leerplanschema kunt zien) op de volgende psychiatrische diagnoses:
• Stemmingsstoornissen
• Eetstoornissen
• Persoonlijkheidsstoornissen
• Psychotische stoornissen
Bestudeer de bijlage - De DSM V volgens Zorgpad. Kies een stoornis die niet bovenstaand rijtje voorkomt en geef in eigen woorden een omschrijving van wat deze stoornis inhoudt en met welke problemen een zorgvrager met deze stoornis geconfronteerd wordt.


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 5 – Therapeutische relatie / therapeutisch klimaat
Een therapeutisch klimaat is een steunende en stimulerende omgeving voor een zorgvrager.
Het is een bewust geconstrueerde omgeving (fysiek en immaterieel) rondom de zorgvrager, gericht op herstel, verlichting van het lijden of het in stand houden van de gezondheid bevorderen. Fysieke omgeving: het gebouw, de kamers, de ligging, meubels, kleuren etc…..
Immateriële omgeving: de regels, de bejegening, vrijheden, etc….

Slide 11 - Tekstslide

vervolg opdracht 5
Vraag a:
• In hoeverre draagt de fysieke omgeving van jouw werkplek bij aan het therapeutisch klimaat?
• In hoeverre draagt de immateriële omgeving van jouw werkplek bij aan het therapeutisch klimaat?

Vraag b:
 Bespreek de volgende opdracht met elkaar in maximaal 10 min.
• Stel, je mag ( liefs direct) 1 regel/ richtlijn afschaffen op je BPV plaats. Welke zou dat zijn? En Waarom?
• Stel, je mag ( liefs direct) 1 regel/ richtlijn introduceren op je BPV plaats. Welke zou dat zijn? En Waarom?




Slide 12 - Tekstslide

vervolg opdracht 5
Vraag c
Bekijk onderstaande lijst met uitspraken aandachtig. Selecteer vijf uitspraken die het meest op je eigen BPV-situatie betrekking hebben. Bespreek met je subgroep waarom die juist van toepassing zijn. Wissel argumenten uit.

1 De organisatie van de werkzaamheden op een afdeling heeft geen enkele invloed op de behandeling van de patiënten.
2 Wanneer een patiënt zich ‘vreemd’ gedraagt, heeft dat niets te maken met wat er om hem heen gebeurt.
3 Wanneer er te veel personeel is, worden moeilijke patiënten sneller gefixeerd.
4 Lastige en moeilijke patiënten moeten zonder meer geweerd worden uit de groep.
5 Een patiënt die langer dan zes jaar in een GGZ-instelling verblijft, komt er nooit meer uit.
6 ledere patiënt weet precies welk behandelprogramma hij zal volgen en waarom.
7 De inrichting van de afdeling is bepalend voor de sfeer op die afdeling.
8 Het is slecht voor de sfeer binnen een afdeling wanneer patiënten onderling over de gebeurtenissen op hun afdeling praten.
9 Weinig contact met de maatschappij is nadelig voor patiënten.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de DSM-5?
A
Een classificatiesysteem waarin psychiatrische stoornissen en de daarbij passende medicatie beschreven staan.
B
Een classificatiesysteem waarin psychiatrische stoornissen en de daarbij passende behandelingen beschreven staan.
C
Een classificatiesysteem waarin zowel psychiatrische als somatische stoornissen en de daaraan gekoppelde verschijnselen beschreven staan
D
Een classificatiesysteem waarin psychiatrische stoornissen en de daaraan gekoppelde verschijnselen beschreven staan.

Slide 15 - Quizvraag

De psychiatrie is een veelzijdig vakgebied binnen de gezondheidszorg. Dit komt doordat er grote onderlinge verschillen zijn tussen de psychiatrische ziektebeelden en de zorgbehoeften. Iemand met een acute psychose heeft een andere vorm van zorg en behandeling nodig dan iemand met een langer durende psychiatrische aandoening. Verbind iedere vorm van zorg aan de bijpassende zorgbehoefte.

Welke zorg levert een FACT team ( Flexible Assertive Community Treatment)?
A
kort durende ondersteuning bij psychische klachten
B
langdurende ambulante behandeling bij psychiatrische klachten
C
kortdurende intensieve psychiatrische thuiszorg
D
herstelondersteunende omgeving en behandeling voor zv in een crisis

Slide 16 - Quizvraag

Wat zal het therapeutisch klimaat positief beïnvloeden?
A
Het belonen van eigen initiatieven.
B
Voldoende personeel op de afdeling
C
Cliënten kleine klusjes laten verrichten op de afdeling.
D
Cliënt verzorgt de eigen kamer

Slide 17 - Quizvraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide