7.1 t/m 7.3 Breuken Nurekenenonline

7.1 Breuken verkennen
7.2 Breuken vergelijken
7.3 Optellen en aftrekken
7.4 Vermenigvuldigen en delen
7.5 Breuken, decimalen, verhoudingen 
7.6 gemengde opdrachten
Breuken

Hoofdstuk 7 Nu rekenen 2e editie
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.1 Breuken verkennen
7.2 Breuken vergelijken
7.3 Optellen en aftrekken
7.4 Vermenigvuldigen en delen
7.5 Breuken, decimalen, verhoudingen 
7.6 gemengde opdrachten
Breuken

Hoofdstuk 7 Nu rekenen 2e editie

Slide 1 - Tekstslide

Digitaal/op afstand

Slide 2 - Tekstslide

Camera AAN
- camera aan HELE les
- geluid uit

 Geen camera aan = ABSENT

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen hst 7
  • Je weet wat breuken zijn
  • Je kan breuken herkennen
  • Je kan breuken ordenen en vergelijken
  • Je kan optellen en aftrekken met breuken

Slide 4 - Tekstslide

Breuken

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

wat is het rijtje cijfers dat je gebruikt om een breuk te vereenvoudigen

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

1/4 van de vijfhoek is wit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

1/6 deel van de rechthoek is wit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Vijf meisjes delen deze chocolade zoenen.
Iedereen krijgt een zelfde deel.
Hoeveelste deel krijgt ieder?

Slide 17 - Woordweb

Welk deel van de fietsen is geel?
A
1/8
B
3/8
C
1/10
D
3/10

Slide 18 - Quizvraag

Wat is in deze breuk de noemer?
A
3
B
2
C
5
D
6

Slide 19 - Quizvraag

GELIJKNAMIGE BREUKEN
GELIJKNAMIGE BREUKEN zijn breuken met dezelfde NOEMER:

Je kunt deze gelijknamige breuken bij elkaar 
optellen, aftrekken, 
Je telt dan alleen de teller dus
de noemenr blijft gelijk.              





Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bij gelijknamige breuken
A
is de teller hetzelfde
B
is de noemer hetzelfde

Slide 22 - Quizvraag

Deze breuken noemen we
41
82
164
A
Gelijknamige breuken
B
gelijkwaardige breuken
C
samengestelde breuken

Slide 23 - Quizvraag

De teller is
A
het bovenste getal in de breuk
B
het onderste getal in de breuk

Slide 24 - Quizvraag


732
A
gelijknamige breuk
B
samengestelde breuk
C
gelijkwaardige breuk

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

wat is het rijtje cijfers dat je gebruikt om een breuk te vereenvoudigen

Slide 28 - Open vraag

Juist of niet juist
41+42=83
A
juist
B
niet juist

Slide 29 - Quizvraag


54+52
A
1 1/5
B
3/10
C
6/10
D
2/5

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

wat is het rijtje cijfers dat je gebruikt om een breuk te vereenvoudigen

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Sleepvraag

Slide 37 - Tekstslide

Wat is in deze breuk de teller?
Het gaat om de stukken taart
die er nog liggen
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 38 - Quizvraag

Sleep het antwoord naar het juiste plaatje
3
3
9
2
4
1

Slide 39 - Sleepvraag

Zet ze in de goede volgorde van klein naar groot

Slide 40 - Sleepvraag

Ik heb nog meer uitleg nodig over deze stof
Ja
Nee

Slide 41 - Poll

Slide 42 - Video

Ik heb nog meer uitleg nodig over deze stof
Ja
Nee

Slide 43 - Poll