Zinnen apprendre 7

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Mag ik u een vraag stellen?

• Mag ik (= kan ik)
• Je peux 
• u stellen
• vous poser
• een vraag?
• une question?

Mag ik u een vraag stellen?

Je peux vous poser une question?

Mag ik u een vraag stellen?

Ik spreek heel slecht Engels.

• Ik spreek
• Je parle
• heel slecht
• très mal
• Engels.
• anglais.

Ik spreek heel slecht Engels.

Je parle très mal anglais.

Ik spreek heel slecht Engels.

Ik spreek liever Nederlands.

• Ik spreek liever
• Je préfère parler
• Nederlands.
• néerlandais.

Ik spreek liever Nederlands.

Je préfère parler néerlandais.

Ik spreek liever Nederlands.

Jij spreekt goed Frans.

• Jij spreekt
• Tu parles
• goed
• bien
• Frans.
• français.

Jij spreekt goed Frans.

Tu parles bien français.

Jij spreekt goed Frans.

Kunt u mij dat uitleggen?

• Kunt u
• Vous pouvez
• mij uitleggen
• m'expliquer
• dat?
• ça?

Kunt u mij dat uitleggen?

Vous pouvez m'expliquer ça?

Kunt u mij dat uitleggen?

U heeft me goed geholpen.

Vous m'avez bien aidé.

U heeft me goed geholpen.

Kunt u het herhalen alstublieft?

• Kunt u
• Vous pouvez
• (het) herhalen
• répéter
• alstublieft
• s'il vous plait

Kunt u het herhalen alstublieft?

Vous pouvez répéter s'il vous plait?

Kunt u het herhalen alstublieft?