Debat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Debat hoofdstuk 3.9 blz 57

Debat

Je leert:

• een stelling kiezen en argumenten verzamelen;

• een debat voeren;

• een debat beoordelen

Lesdoel: Aan het einde van deze les weet je wat je kunt verwachten van de opdracht 'Debat' door te kijken naar een goed debat.

Debat

Wat gaan we komende twee weken doen?

• Kies een stelling voor een debat.

• Verzamel argumenten en lees de informatie kritisch.

• Verdeel de rollen.

• Bedenk de volgorde en presentatie van de argumenten.

• Met een beoordelingsformulier elkaar feedback geven.

• Voer het debat

.

Wat is een stelling?

1. een vraag
2. een gedachte
3. kort en krachtige zin met overtuiging

Wat is het doel van een debat?

1. mensen overtuigen
2. plezier hebben
3. winnen
4. mensen informeren

Doel en opbouw van een debat:

Bij een debat staat een stelling centraal. Dat is het onderwerp waarover gedebatteerd wordt.

Er zijn voorstanders en tegenstanders. Beide partijen verdedigen hun standpunt zo goed mogelijk met argumenten. Het doel van het debat is het overtuigen van het publiek of een jury.

De opbouw van een debat is meestal zo:

1 Openingsbeurt voorstanders: de voorstanders vertellen wat hun standpunt is en noemen één of meer argumenten.

2 Openingsbeurt tegenstanders: de tegenstanders vertellen wat hun standpunt is en noemen één of meer argumenten.

3 Vervolg debat: voorstanders en tegenstanders reageren op elkaar met tegenargumenten.

Regels bij een debat

Tijdens het debat gelden de volgende regels:

1 Luister naar elkaar.

2 Laat elkaar uitspreken.

3 Reageer op elkaar: ga in op het argument van de ander (Maak notties in je schrift).

4 Luister naar de debatleider.

Opdracht debat:

Terugblik

Vorige les:

- Uitleg over de rollen in een debat,

- uitleg over de opstelling in een debat,

- groepjes gemaakt en stelling doorgegeven.

Lesdoelen

1. Aan het einde van de les kun je in eigen woorden vertellen wat een debat is en hoe je debat voert. 

2. Aan het einde van de les heb je geoefend met debatteren. 

3. Aan het einde ben je bezig geweest met de voorbereiding op het debat op vrijdag 14 april.