Some and Any + Pronouns

GOALS
- At the end of this lesson you know when 
to use some and any.
- At the end of this lesson you know the 
how to use pronouns.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

GOALS
- At the end of this lesson you know when 
to use some and any.
- At the end of this lesson you know the 
how to use pronouns.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME & ANY
Betekenis: een paar, een beetje, wat, enkele
Maar wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME • when to use it? 
1. In bevestigende / positieve zinnen
   We bought some flowers
2. In een vraag als je verwacht dat het 
   antwoord "ja" is
   Can I have some water please?
3. Bij een aanbod of verzoek
   Would you like some tea?
   
    
 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is

We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.

Slide 5 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: hoe maak je duidelijk aan de leerlingen om welke zinnen het gaat. Aangezien vraagzinnen ook some kunnen bevatten. 
ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is
     Do you have any luggage?
             
We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.
negative

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANY • when to use it?
1. In ontkennende / negatieve zinnen


2. In vraagzinnen - waarvan het antwoord 
     nog niet zeker is
     Do you have any luggage?
                          Maybe, maybe not.
We didn't buy any flowers.
They arrived without any delay.
negative

Slide 7 - Tekstslide

Bij vraagzinnen: hoe maak je duidelijk aan de leerlingen om welke zinnen het gaat. Aangezien vraagzinnen ook some kunnen bevatten. 
SOME



ANY 
Gebruik je bij: 

- Bevestigende zinnen;
- Vragen waarbij je verwacht dat het antwoord "ja" is;
- Als het een aanbod of verzoek is.
Gebruik je bij: 

- Ontkennende / Negatieve zinnen;
- Alle andere vraagzinnen.


Let op woorden zoals,
without, hardly, never

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

They didn't make ... mistakes
A
some
B
any

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I am going to buy ... flowers.
A
some
B
any

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I can't pay. I haven't got ... money.
A
some
B
any

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

I haven't seen ... good movies lately.
A
some
B
any

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOME / ANY

Those apples look nice! Shall we get ...?
A
some
B
any

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

COMBINING SOME & ANY
Some and any kunnen ook in andere vormen voorkomen:
  • Somebody -- anybody
  • Something -- anything
  • Someone -- anyone
  • Somewhere -- anywhere 

Hierbij wordt de betekenis: iemand, ergens 
of iets en de regels blijven hetzelfde :)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.4: Possessive pronouns: p. 175
Remember these from last year?

That is my dog. (mijn)
It is mine. (van mij)

This is our school. (onze)
It is ours. (van ons)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.4: Possessive pronouns: p. 175
And also, for example:

He is their friend. (hun vriend(in))
He is a friend of theirs. (van hen)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.4: Possessive pronouns: p. 175
Remember these from last year?

That is my dog. (mijn)
It is mine. (van mij)

This is our school. (onze)
It is ours. (van ons)
Let's see how well you remember all the forms.

There will be 5 MC questions.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Those shoes are ....... (van hen).
A
their
B
theirs
C
of theirs
D
theyres

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

That bag is ........... (van hem).
A
from him
B
his
C
his'

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What are you doing with that phone? It's ........... (van mij)!
A
mine
B
my
C
of mine
D
from me

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is that ............ (jouw) laptop, or is it ................ (van haar)?
A
yours / hers
B
your / hers
C
you / her
D
your / from her

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This is Aidan. He is a friend ........... (van ons).
A
from us
B
ours
C
from ours
D
of ours

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies