6+7. Hoofdstuk 5 en 7 - Mis-En-Scène & Conflicten (2 lessen)

Les 6+7 theatertheorie / praktijk






Theaterles Stad & Esch
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
TheaterMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 6+7 theatertheorie / praktijk






Theaterles Stad & Esch

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel & planning
Lesduur: 2 lesuren
Leerdoel: je leert wat mise-en-scène is en kunt een mise-en-scène & conflict toepassen in een toneelscène.

Planning:
  1. Uitleg mise-en-scène
  2. Spel beginzin & mise-en-scène
  3. Oefening mise-en-scène & conflict

Slide 2 - Tekstslide

Mise-en-scène: plaatsing/setting
Mise-en-scène betekent de setting van een scène. Daarbij hoort plaatsing van acteurs & aankleding op toneel.

  1. Plaats op het toneel ( plek, hoogte)
  2. Looprichting
  3. Attributen, kostuum, grime
  4. Decor & setting

Slide 3 - Tekstslide

Plaats acteurs op het toneel

Slide 4 - Tekstslide

Plaats acteurs op het toneel

Slide 5 - Tekstslide

Looprichting 

Slide 6 - Tekstslide

Looprichting 

Slide 7 - Tekstslide

Hoogte

Slide 8 - Tekstslide

Hoogteverschil 

Slide 9 - Tekstslide

Attributen 

Slide 10 - Tekstslide

          Attributen 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Oefening beginzin (kort)
  • Je krijgt een kaartje met een beginzin.
  • Bedenk een kort toneelstukje van 30 seconden.
  • Speel deze in twee totaal verschillende mise-en-scènes.

Slide 19 - Tekstslide

Oefening Robin Hood
Bedenk voor de dialoog uit Robin Hood een zeer originele mise-en-scène:

  •     Plaats op het toneel ( plek, hoogte)
  •     Looprichting & kijkrichting
  •     Attributen, kostuum, grime
  •     Decor & setting
Voeg daarnaast een relationeel conflict toe tussen minstens 2 personages.

Slide 20 - Tekstslide

Soorten conflicten + subtekst
  • Intern conflict: in het innerlijk van het personage
  • Relationeel conflict: conflict tussen mensen onderling, persoonlijk.
  • Situationeel conflict: conflict tussen mens en natuur, buiten de persoon.

Subtekst/ denktekst
Wanneer je personage het conflict niet benoemd,
maar wel speelt in toneelspel.

Slide 21 - Tekstslide

Bedenk voor de dialoog ' de koning komt' een zeer originele mise-en-scène:

  •     Plaats op het toneel ( plek, hoogte)
  •     Looprichting
  •     Attributen, kostuum, grime
  •     Decor & setting

Voeg daarnaast een relationeel conflict toe tussen minstens 2 personages
Oefening Robin Hood:
Repeteer met een originele
mise-en-scène:

  • Plaatsing acteurs
  • Looprichting & kijkrichting
  • Attributen & kostuums
  • Decor & setting

+ voeg in je spel/subtekst een relationeel conflict toe tussen minstens 2 personages

Slide 22 - Tekstslide

Presenteren / voortgang
  • We presenteren de scènes.
  • Welke keuzes zag je in de mise-en-scène?
  • Wie zijn de protagonist, antagonist en tritagonist?
  • Welke conflicten heb je gezien?

Slide 23 - Tekstslide