1VH weektaak 51 Leesvaardigheid

weektaak 51
Hallo lieve leerlingen,
We zijn begonnen met Leesvaardigheid, leesstrategieën, hoofdstukken 17, 18 en 19. Na de kerstvakantie krijgen jullie het proefwerk over deze hoofdstukken. Het huiswerk voor volgende week staat in Magister en jullie hebben het ook in je agenda geschreven. Ik ga de theorie en de leerstof van deze hoofdstukken in deze weektaak nog een keer uitleggen.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

weektaak 51
Hallo lieve leerlingen,
We zijn begonnen met Leesvaardigheid, leesstrategieën, hoofdstukken 17, 18 en 19. Na de kerstvakantie krijgen jullie het proefwerk over deze hoofdstukken. Het huiswerk voor volgende week staat in Magister en jullie hebben het ook in je agenda geschreven. Ik ga de theorie en de leerstof van deze hoofdstukken in deze weektaak nog een keer uitleggen.

Slide 1 - Tekstslide

Leesstrategieën (1)
Je leert wat leesstrategieën zijn en hoe je globaal, intensief, zoekend, lerend en kritisch moet lezen. In hoofdstuk 17 besteden we aandacht aan de eerste twee, namelijk globaal en intensief lezen. Hoe je een tekst leest hangt af van wat jouw leesdoel is. Waarom lees je de tekst? Als je dit weet, kun je de juiste leesstrategie toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

globaal lezen
Dit doe je als je wilt weten of een tekst interessant is voor jou. Je kijkt eerst naar de eventuele afbeeldingen bij de tekst en daarna lees je de titel, inleiding, tussenkopjes, de eerste zinnen van elke alinea en de slotalinea. Vaak staat het belangrijkste deel van de tekst in de inleiding of laatste alinea.

Slide 3 - Tekstslide

intensief lezen
Als je de hele tekst goed wilt begrijpen, ga je hem intensief lezen. Dat betekent dat je echt de hele tekst, regel voor regel, leest en dat je begrijpt wat er staat. Woorden die je niet kent, moet je dan opzoeken. Je wilt immers niets missen van wat je leest. Een boek lees je intensief, maar ook de teksten in je lesboeken lees je intensief. Zowel bij Nederlands als bij de andere vakken, want je kunt er vragen over krijgen.

Slide 4 - Tekstslide

leesstrategieën (2)
In hoofdstuk 18 leer je hoe je zoekend of lerend leest en je kunt dit toepassen in een tekst. Je kunt ook uitleggen waarom je de door jou toegepaste leesstrategie gebruikt. Je kunt de tekst die je gelezen hebt in enkele zinnen samenvatten. Je kunt reflecteren over de momenten waarop je zoekend leest en daarbij uitleggen wat je doel was.

Slide 5 - Tekstslide

zoekend lezen
Je bent op zoek naar een bepaalde tekst, omdat je die nodig hebt voor een opdracht of omdat je deze interessant vindt. Dan zul je trefwoorden of steekwoorden moeten gebruiken waarmee je op internet gaat zoeken. Dit kan natuurlijk ook met een catalogus; dan kijk je bij de inhoudsopgave. Als je de tekst hebt gevonden, kun je verder zoeken met dezelfde en met nieuwe trefwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

lerend lezen
Bij lerend lezen is het belangrijk dat je alles wat je leest ook onthoudt, zoals voor een proefwerk. Dit doe je nadat je de tekst globaal hebt gelezen, zodat je de belangrijkste boodschap van de tekst kent. Denk aan een proefwerk voor Geschiedenis of Aardrijkskunde. Daarna ga je de tekst intensief lezen. Om alles te kunnen onthouden, kun je het best een samenvatting maken met markering van de belangrijkste punten.

Slide 7 - Tekstslide

leesstrategieën (3)
Je leert in hoofdstuk 19 wat de laatste leesstrategie, namelijk kritisch lezen, inhoudt. Je weet hoe je kunt herkennen of een tekst wel of niet betrouwbaar is. Met andere woorden: je past op de tekst kritisch lezen toe. Je kunt ook uitleggen waarom een tekst volgens jou wel of niet betrouwbaar is. Je kunt ook voorbeelden geven van betrouwbare teksten.

Slide 8 - Tekstslide

kritisch lezen 
We weten inmiddels dat niet alle teksten betrouwbaar zijn. Met andere woorden: klopt het wat er staat? Kijk dan wat het tekstdoel is van de schrijver. Wil deze je overtuigen of alleen maar informeren? Zijn het feiten en kloppen die? Als je twijfelt kun je naar de bron kijken. Het journaal is bijvoorbeeld betrouwbaarder dan een roddelblad. Kijk of het geen nepnieuws kan zijn. Staat de tekst in een kwaliteitskrant?

Slide 9 - Tekstslide

oefenen
Om te begrijpen welke leesstrategie je moet toepassen is het belangrijk dat je oefent. Doe dit zoveel mogelijk met de teksten die je de komende tijd leest: op school en thuis. Vraag je steeds af waarom je de tekst leest en welke leesstrategie je het beste kunt toepassen. Vraag je ook af wat het doel van de schrijver is. Op die manier vind je het juiste antwoord. Maak voordat je aan je huiswerk begint eerst de quizvragen, die hierna volgen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van globaal lezen?
A
Bij globaal lezen hoef je niet alle woorden te begrijpen.
B
Bij globaal lezen moet je alle woorden begrijpen.
C
Bij globaal lezen bekijk je de tussenkopjes.
D
Bij globaal lezen bekijk je de plaatjes.

Slide 11 - Quizvraag

Welke van deze begrippen is geen leesstrategie?
A
Intensief lezen
B
lerend lezen
C
Onderzoekend lezen
D
Globaal lezen

Slide 12 - Quizvraag

Je leest:
reclame van de Intertoys
A
Zoekend lezen
B
globaal lezen
C
lerend lezen
D
intensief lezen

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke leesstrategie maak je een samenvatting?
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Lerend lezen

Slide 14 - Quizvraag

Je leest:
voor een werkstuk een tekst op Wikipedia.
A
Kritisch lezen
B
Lerend lezen
C
Studerend lezen
D
Oriënterend lezen

Slide 15 - Quizvraag

Leren voor een toets.
Wat hoort erbij?
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Intensief lezen
D
Lerend lezen

Slide 16 - Quizvraag

Je wilt iets in een tekst vinden. Welke strategie hoort hier?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
kritisch lezen
D
zoekend lezen

Slide 17 - Quizvraag

Welke leesstrategie pas je toe om de betrouwbaarheid van een tekst vast te stellen?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
intensief lezen
D
kritisch lezen

Slide 18 - Quizvraag

Je leest:
een recept voor appeltaart.
A
grondig en intensief lezen
B
Studerend lezen
C
Globaal lezen
D
Kritisch lezen

Slide 19 - Quizvraag

Als je iets opzoekt in het woordenboek, gebruik je de leesstrategie:
A
Lerend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 20 - Quizvraag

Je wilt de tekst helemaal begrijpen. Hoe lees je?
A
Lerend
B
Globaal
C
Intensief
D
Kritisch

Slide 21 - Quizvraag

Als je iets opzoekt op internet, lees je:
A
Lerend
B
Zoekend
C
Globaal
D
Intensief

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer ga je een tekst intensief lezen? Bedenk zelf twee voorbeelden.

Slide 23 - Open vraag

Wat vraag je je eerst af als je een artikel kritisch gaat lezen?

Slide 24 - Open vraag

De betrouwbaarheid van een artikel nagaan doe je door:
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Kritisch lezen
D
Studerend lezen

Slide 25 - Quizvraag

Waar moet je nog meer op letten als je een tekst kritisch leest.

Slide 26 - Open vraag

Wat is het verschil tussen intensief en lerend lezen?

Slide 27 - Open vraag

Succes !
Bijna kerstvakantie, nog één week. Hoe meer je leest, hoe beter. Als je leesboek bijna uit is, haal dan, voordat de kerstvakantie begint, een nieuw boek. Dit is de laatste weektaak in LessonUp van dit jaar. Zorg dat je alle vragen die je hebt tijdig stelt, zodat je goed bent voorbereid op het proefwerk Leesvaardig. Schrijf je vragen op en stel ze in de mail via Magister of in de les. Na de kerstvakantie gaan we de lesstof nog een keer bespreken.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide