K7 - Grammatik - PSV + VZ met 4e nvl - 1e uitleg - 2 havo

Herzlich willkommen!
Sofort anmelden, bitte!

LessonUp.app
Buch auf den Schreibtisch legen, 
bitte!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen!
Sofort anmelden, bitte!

LessonUp.app
Buch auf den Schreibtisch legen, 
bitte!

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1. Willkommen - Einstieg
2. Wochenaufgabe besprechen
3. Wiederholung und Erklärung
'Modalverben im Präteritum und Perfekt'
1. Willkommen - Einstieg
2. Vorschau - Lernziele Woche 13
3. Erklärung: 'PSV en VRV na VZ  met 4e nvl'
4. An die Arbeit - Abschluss
Was machen wir heute?

Slide 2 - Tekstslide

1. Einstieg - Wortschatz

Slide 3 - Tekstslide

Noem minimaal 3
meubelstukken in het Duits:
(met hoofdletter en lidwoord)
(S. 60)

Slide 4 - Woordweb

2. Vorschau - Die Lernziele von Woche 13:

Slide 5 - Tekstslide

3. Erklärung:

1a. Ik kan de vormen van het PSV en VRV in de 4e naamval toepassen.
1b. Ik kan de VZ met de 4e naamval toepassen.

Slide 6 - Tekstslide

Wiederholung: het PSV in de 1e naamval:
Was passt zusammen?
ich
du
er / es / sie
wir
ihr
sie / Sie
ik
jij
hij
wij
jullie
zij / u
het
zij

Slide 7 - Sleepvraag

Neu: het PSV in de 4e naamval:
Was passt zusammen?
mich
dich
ihn / es / sie
uns
euch
sie / Sie
mij
jou
hem
ons
jullie
hen / u
het
haar

Slide 8 - Sleepvraag

Het PSV en VRV in de 1e en 4e naamval:

Slide 9 - Tekstslide

Ergänze die richtige Form:

Wo wohnst ...(jij)...?
A
du
B
dich
C
sie

Slide 10 - Quizvraag

Ergänze die richtige Form:

Ist das neue Trampolin für ...(ons)...?
A
wir
B
uns
C
euch

Slide 11 - Quizvraag

-------------------------------------------------------------------------
1
2
Wir spielen morgen Fußball ...(tegen jullie)... .
...(hij)... kauft eine neue Lampe.
gegen euch
gegen ihr
ohne euch
ihn
sie
er

Slide 12 - Sleepvraag

Welk antwoord is op jou van toepassing?
A
Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
C
Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
D
Ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Slide 13 - Quizvraag

4. An die Arbeit:
Hausaufgaben für Mittwoch, den 6. April:
Machen:
K7: 20, 21, 23, 24, 25
K9: 19, 20, 22, 23, 24, 25
Lernen: 
- S. 60: LL ND: t/m 'licht'
 - S. 61: LL DN: A, C, D
- Stencil Grammatik K7 +K9:    
       * VZ met 4e nvl, VZ met 3e naamval(betekenis ND)  


4. Abschluss:

Slide 14 - Tekstslide