Les 3 Met open blik

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Thema 1 les 3: Met open blik

1. Introductie:

Laten we eens kijken in welke hokjes jullie allemaal passen. Ik ga zo dadelijk steeds een uiterlijk kenmerk noemen. Ik heb de klas verdeeld in twee groepen: groep A en groep B.

Luister goed bij welke groep je moet gaan staan.

Kijk na elke indeling bij wie je in de groep staat en wie er in de andere groep staat.

A

B

Schoenen met veters

Schoenen zonder veters

A

B

Blond haar

Bruin, zwart, groen, rood, blauw haar

A

B

Met bril

Zonder bril

A

B

Jongen

Meisje

A

B

Broek

Rok of jurk

A

B

Iets op het hoofd (haarband, hoofddoek, pet)

Niets op het hoofd

A

B

Riem, ceintuur, bretels

Geen riem, ceintuur, bretels

A

B

Met sieraden

Zonder sieraden

Nabespreking

Hoe is het om steeds bij anderen in een vak te komen staan?

Wat zegt deze oefening over jullie al een groep

Wie kan een voorbeeld noemen waarbij uiterlijk duidelijk aangeeft bij welke groep iemand hoort?

Wat had ik kunnen noemen om jullie allemaal in één groep te krijgen?

Binnen een klas zijn meestal meerdere groepen leerlingen. Op basis van verschillende eigenschappen kun je van meerdere groepjes tegelijk deel uitmaken. Dat kan op zich prima. Je kunt met verschillende mensen om verschillende redenen omgaan of bevriend zijn.  Je hoeft in een klas niet met iedereen bevriend te zijn, zolang je maar met iedereen respectvol omgaat.

Wel zijn jullie er samen verantwoordelijk voor dat iedereen 

zich goed voelt in jullie klas! 

2. Beeldvorming

Ga in alfabetische volgorde staan van je naam. Begin bij het bureau en eindig bij de deur.

Twee groepen van 6 leerlingen.

Iedere groep verzamelt bij 1 PC

De volgende oefening gaat over het je bewust worden van de beelden die je van mensen vormt, in dit geval van mij. We gaan eens kijken hoe goed jullie mij inmiddels kennen of kunnen inschatten. In je groepje mag je dit met elkaar bespreken. 

Je vult altijd een antwoord in, je zegt niet: weet ik niet of ????

1. Waar kom ik vandaan?
A. Ben ik opgegroeid in de stad of het platteland.
B. Kom ik uit een groot of klein gezin.
C. Wat deden mijn ouders?

2. Hoe is mijn woonsituatie nu?
A. Woon ik alleen of met anderen?
B. Ben ik single, samenwonend, getrouwd?
C. Heb ik kinderen?
D. Heb ik huisdieren?
E. Hoe ziet mijn woonplek eruit?

3. Wat doe ik graag in mijn vrije tijd?
A. Ben ik sportief, creatief, muzikaal of technisch?
B. Waar besteed ik veel tijd aan?
C. Wat is mijn favoriete tv-programma of online spel?
D. Waar geef ik het meeste geld aan uit?

Nabespreking

Hoe was dit om te doen?

Zaten jullie vrij goed of zat je er vaak naast?

Waren jullie het snel eens met elkaar in je groep?

Wat zegt dit over een beeld dat je van mensen vormt?

3. Hokjesdenken

Wanneer je nieuwe mensen leert kennen, vorm je al snel een eerste indruk. Onbewust deel je mensen in, bijvoorbeeld in de hokjes "sympathiek" of "onsympathiek" en "betrouwbaar" of "onbetrouwbaar". Na verloop van tijd kom je erachter of je eerste indruk klopte, of dat de persoon toch heel anders blijkt te zijn dan je in eerste instantie had gedacht. Kijk maar eens naar het volgende filmfragment.

Hoe zou je het vinden als je geopereerd zou worden door deze man?

En door deze man?

www.quest.nl

Nabespreken

Wat kan er gebeuren als je snel oordeelt over mensen?

Heb jij iemand weleens verkeerd beoordeeld vanwege zijn of haar uiterlijk? 

Hoe kwam dat?

Wordt jij zelf wel eens in het verkeerde hokje geplaatst? 

Hoe komt dat denk je en wat doet dat met je?

In hoeverre is het belangrijk om je kleding/ uiterlijk aan te passen aan je (werk) situatie?

4. wees een OEN

Ik wil jullie vragen om dit jaar allemaal een oen te zijn. Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. het betekent dat je in de klas zoveel mogelijk open en eerlijk bent tegenover jezelf en dat je nieuwsgierig bent naar de anderen. Op deze manier leren jullie elkaar steeds beter kennen en begrijpen. En daardoor zullen jullie meer respect voor elkaar kunnen opbrengen en makkelijker rekening met elkaar houden en samenwerken gaat soepeler. 

5. Gebruiksaanwijzing

Pak je werkboek blz. 9

Hoe meer je van elkaar weet, hoe beter je elkaar begrijpt. Hoe beter je elkaar begrijpt hoe beter je rekening met elkaar kunt houden. En hoe meer je rekening met elkaar houdt, hoe beter de onderlinge sfeer in de groep kan worden.

Iets wat daarbij kan helpen is je eigen gebruiksaanwijzing schrijven en deze met anderen delen.

In jullie werkboek staan een paar aanvulzinnen. Lees de zinnen rustig door en vul ze zo open eerlijk mogelijk aan. Straks wisselen we de antwoorden met elkaar uit.

Bespreken 

We maken drie groepjes van 4

Bespreek jullie antwoorden

Hoe is het om een OEN te zijn?

Hoe vond je het om je eigen gebruiksaanwijzing te schrijven?

Hoe zorg je ervoor dat de ander jouw gebruiksaanwijzing leert kennen?

Welke overeenkomsten hebben jullie ontdekt?

Hoe helpt deze opdracht je om rekening met anderen te houden?

Evaluatie

Op welke manier heb je tijdens deze lessen je mensenkennis vergroot?

Wat kan je doen of laten om een respectvolle OEN te zijn?

Wat kunnen we nog meer doen om ervoor te zorgen dat iedereen erbij hoort in deze klas?