H4A - Middeleeuwen

Middeleeuwen
Test je kennis over...
middeleeuwse literatuurgeschiedenis
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Middeleeuwen
Test je kennis over...
middeleeuwse literatuurgeschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

1260
1100
900
600
Hoe oud zijn deze tekstfragmenten?
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu
maltho thi afrio lito

De Wachtendonkse Psalmen
Doe rechte hem Floris van den grave,
Niet verre bleef hi staende daer ave;
Tenen griffie voedersele hi vinc
Daer ene guldine griffie in hinc,
Die hem hadde gegeven Blancefloer [...]

Slide 2 - Sleepvraag

De middeleeuwse maatschappij was theocentrisch. Wat betekent dat?
In het dagelijks leven ...
A
... staat de wetenschap centraal.
B
... staan God en godsdienst centraal.
C
... staan geld en economie centraal.
D
... staat iemand die Theo heet centraal.

Slide 3 - Quizvraag

Theocentrisch...
De middeleeuwse cultuur is theocentrisch.  Alles draait om god.
En: het leven na de dood is belangrijker dan het leven zelf. 
Een bekende spreuk is memento mori: gedenk te sterven (onthoud dat je zult sterven). Probeer om in de hemel te komen.

De priesters en de monniken (de geestelijkheid) hebben daarom het meeste te vertellen. Zij zijn de belangrijkste stand.

Slide 4 - Tekstslide

Wat was na de geestelijkheid de tweede stand?
A
De burgerij
B
De adel

Slide 5 - Quizvraag

Waarom luistert Karel (uit Karel ende Elegast) de derde keer dat hij wordt opgeroepen om uit stelen te gaan?
A
3 keer is scheepsrecht
B
3 is het getal van perfectie
C
3 is een getal dat verwijst naar god

Slide 6 - Quizvraag

Blancefloer betekent 'witte bloem'. Waarom zou de schrijver haar deze naam hebben gegeven?

Slide 7 - Open vraag

Wie zou de linker figuur
op de afbeelding zijn?

Slide 8 - Open vraag

Hoe reageerde West-Europa op de steeds machtiger wordende islam?
A
Met kruistochten
B
Met hoofse omgangsvormen overnemen

Slide 9 - Quizvraag

Kruistochten en hoofsheid
Door kruistochten (die een reactie waren op de opkomst van de islam) kwam men in aanraking met de Arabische cultuur. Deze maakte indruk. Daardoor - én door de toegenomen welvaart - ontstond er een hofcultuur met nette omgangsvormen: hoofsheid.

Slide 10 - Tekstslide

Bij welke soort roman past het begrip 'hoofsheid' het meest?
A
Karelroman
B
Arthurroman

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste eigenschap bij hoofsheid?
A
flirten
B
alles doen voor de dame
C
romantische liederen zingen
D
mate, zelfbeheersing tonen

Slide 12 - Quizvraag

Beatrijs is een voorbeeld van een Marialegende.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Hoe lang was Beatrijs weg van het klooster?
A
5 jaar
B
3 jaar
C
7 jaar
D
14 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe won de prinses van Halewijn?
A
Ze vergiftigde hem.
B
Ze sloeg zijn hoofd eraf.
C
Ze hing hem op.
D
Ze sleepte hem achter haar paard naar huis.

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je deze ruimte?

Slide 16 - Open vraag

Monnikenwerk
De monniken schreven in een scriptorium (schrijfatelier) op kostbaar perkament, een dun papierachtig materiaal, gemaakt van huid van kalveren, koeien, geiten, schapen, konijnen of ezels. 
Het kopiëren en illustreren van boeken vereiste 
dus veel tijd, precisie en geduld. 
Het was echt monnikenwerk!

Slide 17 - Tekstslide

Weetjes...
  • Kostbaar: in één boek verdween een hele kudde geiten of schapen... (duur!)
  • Monniken schreven boeken over. Dit kon wel 1-2 jaar duren.
  • Soms maakten ze schrijffouten of verbeterden ze de tekst naar eigen inzicht.

Slide 18 - Tekstslide

Het rijmschema aa, bb, cc
en korte regels zijn kenmerken van...

Slide 19 - Open vraag

Doel
Doelen van vandaag:
  • Verschillende behandelde onderwerpen aanstippen.
  • Kennis weer ophalen.
  • Gevoel krijgen of de onderwerpen je nog bekend voorkomen.
  • En soms ook een idee over de toetsvragen.

Slide 20 - Tekstslide

Vragen?
  • Kijk de elo & het boek door
  • Bedenk waar je nog vragen over hebt
  • Stel ze morgen of dinsdag!

Slide 21 - Tekstslide