Taaldorp les 3

Faire du shopping dans un magasin de vêtements
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Faire du shopping dans un magasin de vêtements

Slide 1 - Tekstslide

Contrôle de devoirs
Leg hoofdstuk 2: à l'office du tourisme open op je tafel
Niet af? Ga met meneer de Jong mee naar ander lokaal????

Ga in de Lessonup en maak exercice B (blaadje) van
''Faire du shopping dans un magasin de vêtements''

Je mag Reverso gebruiken


timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Les buts
Tu peux...
1. Faire du shopping dans un magasin de vêtements
2. Comprendre les adjectifs

Slide 3 - Tekstslide

Qu'est-ce que on va faire?
1. Contrôle de devoirs
2. Vocabulaire
3. L'adjectif
4. Dialogue 
5. Wisbordjes + Fin du cours

Slide 4 - Tekstslide

Vocabulaire
Maak exercice B (blaadje) van 
''Faire du shopping dans un magasin de vêtements''

Je mag Reverso gebruiken
Heb je een vraag? Steek je hand op

Klaar?
Schrijf de antwoorden van exercice B over in je boekje
Maak Exercice C en E (Page 17)




timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

L'adjectif

Slide 6 - Tekstslide

L'adjectif vorm
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord.
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es
Le pantalon (m) gris

La robe (v) grise

Ezelsbruggetje

Slide 7 - Tekstslide

L'adjectif plaats hoofdregel
Zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord

Le pantalon bleu
Le mot français

Slide 8 - Tekstslide

Uitzonderingen plaats
Er zijn uitzonderingen op de hoofdregel
Sommige bijvoeglijke naamwoorden staan net als in het Nederlands voor het zelfstandig naamwoord
Bijvoorbeeld beau.

Le pantalon gris
Le beau pantalon

Slide 9 - Tekstslide

Welke antwoord klopt niet?
A
De groene trui = Le pull verte
B
De rode jurk = La robe rouge
C
De grijze schoenen = Les chaussures (v)grises
D
De blauwe rok = La jupe bleue

Slide 10 - Quizvraag

Exercice F 
Maak opdracht F (voorbeelddialoog)
Vertaal jouw rol in het Frans (Toi)

Tip: gebruik de woordenlijst op page 19
Gebruik eventueel Reverso vertalen

Klaar?
Maak Exercice C en E (Page 17)
Schrijf de antwoorden van exercice B over in je boekje
timer
15:00
of

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen

1. Bonjour monsieur/madame, je cherche des vêtements pour mon anniversaire

2. Je voudrais avoir un beau pull et un pantalon vert

3. J'aime un pantalon noir et un pull vert

4. Du M

5. J'aime le pull, mais le pantalon est trop petit. Vous avez un pantalon plus grand?

6. Il est bon. Je peux changer le pull contre un pull bleu?

7. Je prends le pantalon, et je prends le pull bleu, pas le pull vert

Slide 12 - Tekstslide

Pak je wisbordje erbij!
1. De groene jurk
2. De blauwe trui
3. De mooie broek

Slide 13 - Tekstslide

Au revoir! :)
Schuif je stoel aan en leg je wisbordje weer terug

Slide 14 - Tekstslide