Nederlands les 8 e-mail en afronding

Nederlands BBL
P1 les 8
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands BBL
P1 les 8

Slide 1 - Tekstslide

Programma
bespreken huiswerk leestekst hygiënisch of afstandelijk
theorie zakelijke e-mail
opdracht e-mail
huiswerkboekje voor P2 voor NL

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk: tekst lezen en opdrachten maken 

in Teams huiswerk bij les 6 en 7
uniform hygiënisch of afstandelijk.
leestekst
opdracht
woordenschatoefening
Lezen Samengevat blz. 21-23 

Slide 3 - Tekstslide

hygiënisch
mits
afstandelijk
mening
hiërarchie
rangorde
Op voorwaarde dat
gereserveerd
schoon
opinie

Slide 4 - Sleepvraag

Wat voor soort tekst is het?
A
informerend
B
instruerend
C
overtuigend
D
amuserend

Slide 5 - Quizvraag

Hoofdgedachte van de tekst?

Slide 6 - Open vraag

argumenten voor uniform
in de tekst

Slide 7 - Woordweb

Welke argumenten tegen het gebruik van eigen kleding heb je in de tekst gevonden?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

nakijken:
3. Op de 2e bladzijde wordt de mening van Peters over eigen kleding gegeven. Waaraan kun je in de tekst herkennen dat het om een mening gaat? (Er zijn twee antwoorden mogelijk, probeer ze allebei te vinden!)





4. De heer Peters somt een aantal nadelen van privé-kleding op.
 Hoeveel nadelen noemt hij?
Aan welke woorden herken je de opsomming?
 





Slide 10 - Tekstslide

nakijken:
3. Op de 2e bladzijde wordt de mening van Peters over eigen kleding gegeven. Waaraan kun je in de tekst herkennen dat het om een mening gaat? (Er zijn twee antwoorden mogelijk, probeer ze allebei te vinden!)
Aldus Peters.   En het is een citaat tussen aanhalingstekens
 4. De heer Peters somt een aantal nadelen van privé-kleding op.
 Hoeveel nadelen noemt hij?  vier
Aan welke woorden herken je de opsomming? Hij noemt er één en dan: Ook…… Daarnaast….
 





Slide 11 - Tekstslide

Waarom is een disposable schort een goed compromis?

Slide 12 - Open vraag

Het slot

Wat is de conclusie van dit artikel?
7. a)Het maakt niet uit, uniform of privékleding, als je de hygiënemaatregelen maar goed in acht neemt.
Aan welk woord in de tekst kun je zien dat er een conclusie volgt?   Kortom



Slide 13 - Tekstslide

Formuleer nu je eigen mening, met argumenten: gaat jouw voorkeur uit naar wel of niet een uniform in de (thuis)zorg?

Slide 14 - Open vraag

zakelijke correspondentie

Slide 15 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je weet wat het verschil is tussen formele en informele taal;
  • Je kent de opbouw van een zakelijke e-mail;
  • Wat komt er in je e-mail?
  • Je kunt het onderwerp van een zakelijke e-mail formuleren. 

Slide 16 - Tekstslide

Geef voorbeelden van
een zakelijke brief of e-mail?


Slide 17 - Woordweb

Formele taal
Wat?  - Taal die je gebruikt in zakelijke,  serieuze situaties. 

Wanneer? - als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die  belangrijk zijn,  in een zakelijke situatie.


Slide 18 - Tekstslide

Formele taal - hoe?
  • duidelijk
  • kort en bondig - geen overbodige informatie 
  • beleefd: respect voor de lezer, nette woorden, meestal 'u'
  • foutloos: spelling, leestekens en zinsbouw zijn correct

Slide 19 - Tekstslide

Informele taal
  •  in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. 
  •  als je een berichtje schrijft naar een vrienden of bekenden. In persoonlijke situaties dus.
  • spreektaal mag

Het betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.

Slide 20 - Tekstslide

Welk woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk

Slide 21 - Quizvraag

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke e-mail? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 22 - Sleepvraag

 Correspondentie = aan iemand iets schrijven
Kan per post:   brief, kaart 
Kan digitaal via de computer: e-mail = elektronische post

Opbouw van de inhoud is brief en e-mail ishetzelfde, maar de manier van opschrijven  (de opmaak) en het versturen is een beetje anders. Tegenwoordig gaat veel per e-mail.


Slide 23 - Tekstslide

e-mail: digitaal verstuurd

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een juiste aanhef bij een zakelijke brief of e-mail?
A
Hoi
B
Hallo
C
Geachte
D
Geen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief of e-mail?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Houdoe!
D
Later!

Slide 29 - Quizvraag

onderwerp van een e-mail
Schrijf boven je e-mail altijd waar het over gaat: het onderwerp.
Dat doe je met één of een paar woorden.


Slide 30 - Tekstslide

Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt.
Wat zet je bij 'onderwerp' boven je e-mail?

Slide 31 - Open vraag

Waar moet je aan denken voordat je gaat schrijven?
  • Bedenk waar je brief of e-mail over gaat: het onderwerp
  • Bedenk aan wie je het stuurt en waarom: welk schrijfdoel?
  • Moet je  formeel of informeel schrijven?
  • Bedenk hoe een goede e-mail of brief eruit ziet:
  1. Begin nooit met 'Ik' in de inleiding
  2. Inleiding, kern en slot
  3. Maak alinea's
  4. Blijf altijd netjes en beleefd


Slide 32 - Tekstslide

Welke aanhef is goed?
A
Hoi mevrouw,
B
Geachte A. de Groot,
C
Beste Mevrouw Bakker
D
Geachte heer Van Baalen,

Slide 33 - Quizvraag

En nu: de inhoud
Wat komt er in je e-mail?
Hoe schrijf je dat netjes op?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Inleiding:
Formeel beginnen. Niet met IK.
Beschrijf hier waarom je de brief of e-mail gaat schrijven ( de aanleiding)
Maak duidelijk wie je bent en waarom je  schrijft. 


Middenstuk= kern: 
Hier geef je alle informatie. Je kunt het ook opdelen in twee alinea’s! Zorg dat het overzichtelijk blijft!



Slot: Je geeft hier aan wat je wil bereiken. ( Uitnodigen?, Geld terug? Enzovoort)

Slotzin: Bedanken voor het lezen en netjes vragen om een reactie.

Slide 36 - Tekstslide

...... (naam en klas) 
voor 11 november 23.30 uur!

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag in P2
Tot ziens in 3 (en bij rekenen :)) 

Slide 38 - Tekstslide